Foto bij hoofdstuk 128

Aiden
‘Wat moeten we nou met hem?’ vraag ik aan Ben en leg de vrouw voorzichtig op de grond.
‘Ik weet het niet. We kunnen hem niet hier houden’ en Ben veegt het bloed van zijn mond af.
‘Nee dat kan absoluut niet! Kunnen we hem niet wegsturen of zo?’ en ik loop naar Ben toe.
‘Aiden, je weet heel goed dat we hem niet kunnen wegsturen. Hij zal toch niet luisteren.’
‘Laten we maar naar huis gaan. Dan praten we daar wel weer verder. Ik wil niet hebben dat Yuna nog langer alleen met Jack en die idioot is!’ grom ik kwaad en stamp het bos uit.
Ben knikt dat het goed is en samen gaan we weer richting huis. Ik ga nog even snel in de stallen kijken of Naur en Xena in orde zijn en ga daarna naar binnen.
Binnen is het lekker warm en Yuna zit weer weggedoken in het boek over alle vampiers. Zo te zien vind ze het erg interessant want ze kijkt niet eens op als ik binnen kom.
‘Hoe gaat het hier?’ vraagt Ben aan Jack die niet blijk kijkt.
‘Het gaat niet goed met hem. Ik snap het niet’ zucht Jack en staat op.
‘Wat bedoel je?’ vraagt Ben en loopt naar hem toe.
‘Ik heb nog wat rond gevraagd en in het boek gelezen. Deze vampiersoort is erg sterk, maar Rowan is er zo slecht aan toe’ fluistert Jack.
‘Ja wat wil je. Dat zijn wij toch ook als we niet krijgen wat we nodig hebben’ zeg ik.
‘Wil je nu zeggen dat we hem drakenbloed moeten geven?’ en Ben verheft zijn stem.
‘Misschien gaat hij dan weg?’ vraag ik voorzichtig.
‘Als we hem geven wat hij wil hebben gaat hij zeker niet weg’ zegt Jack half lachend.
‘We kunnen hem ook niet dood laten gaan’ bromt Ben en zinkt diep weg in gedachten.

Het is bijna midden in de nacht en Jack ligt al op bed. Gelukkig, nu kunnen wij tenminste rustig na denken zonder dat hij de hele tijd heen en weer loopt. Ben en Yuna zitten nog steeds in de boeken weggedoken en ik besluit om maar even bij de jongen te gaan kijken. Zachtjes loop ik de trap op en ga zachtjes de kamer binnen waar hij ligt. Ik steek een kaars aan en loop naar zijn bed toe. De vampier beweegt niet en ik voel met mijn hand aan zijn hoofd. Zijn huid is gloeiend heet en de groene glans in zijn ogen is bijna verdwenen. Hoewel het helemaal tegen mijn gewoontes in gaat loop ik naar de emmer die er nog staat. Ik pak de doek er uit en loop weer naar het bed. Aarzelend leg ik het op zijn voorhoofd en het lijkt alsof de jongen er op reageert. Zijn gezicht trekt bij en hij zucht weer een keer. Ik laat de doek liggen en zet een paar stappen naar achter. De vampier zucht nog een keer en opent dan zijn ogen. In een beweging zit hij weer rechtop en kijkt me hijgend aan. De glans in zijn groene ogen is meteen terug en zo te zien heeft hij het ook niet meer zo heet.
‘Hoe voel je je?’ vraag ik zachtjes aan hem.
De jongen schrikt en deinst terug waardoor hij met een harde klap tegen de muur komt. Schichtig schieten zijn ogen door de kamer. Hij klauwt zich vast aan het bed waardoor het bijna breekt.
‘Kun je ook nog praten?’ vraag ik nu een beetje ongeduldig.
Ik zet een stap naar voren en de jongen flitst in een beweging naar de andere kant van de kamer. Ik kijk hem dreigend aan en zijn ademhaling versneld weer.
‘Waar ben je zo bang voor?’ vraag ik een beetje speels.
De jongen wil nog een stap naar achter doen maar kan geen kant meer op. Hij zit in de val.
‘Ben je bang dat we je iets zullen doen?’ grijns ik.
En dan gaat het mis. Het lijkt alsof er een schakelaar in zijn hoofd word omgezet en hij kijkt me vals aan. Een grom ontsnapt uit zijn mond en zijn handen veranderen in klauwen. Nu ben ik degene die een stap naar achter zet. Was dit zo’n misleiding van hem? Hield hij zich al die tijd ziek? De jongen gromt nog een keer en zet nog een stap naar voren. Ik sta tegen de deur aan en kan niet meer verder. De vampier haalt aan en duwt me dwars door de deur tegen de muur in de gang. Versuft schud ik met mijn hoofd. Tijd om me voor te berijden op een nieuwe aanval heb ik niet want de jongen komt weer op me af. Te laat duik ik aan de kant en klap weer met mijn hoofd tegen de muur aan. Dan ruik ik bloed en weet ik dat ik mijn hoofd heb verwond. Ik probeer op te staan maar alles duizelt te veel. De jongen wil nog een keer op me springen maar word dan tegen gehouden door iemand. Wie het is kan ik niet zien want alles is zo wazig geworden door de klap tegen de muur.

Reageer (3)

  • Pineapple3

    Wie is het, wie is het?! (Ja, ik lees nu even verder xD )

    1 decennium geleden
  • Raveness

    mijn god, je kan hier toch niet stoppen!!! :|:|:|:|:|

    snel verder gaan please!!

    (K)(K)

    1 decennium geleden
  • Skynight

    Spannend! ^^ :D

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen