One.

Al sinds ik klein was, snuffelde ik dagelijks rond in de brochure van hotel 13. Ik zat in de auto, naar dat geweldige hotel! Ik kon niet meer stoppen met grijnzen. Ik keek nog even snel in de spiegel of alles goed zat. Toen stapte ik uit, en pakte mijn koffer. Ik liep naar de deur, waar een jongen de deur voor me openhield. Ik liep vereerd naar binnen. 'Jack Leopold, assistent-manager.' zei de jongen, en gaf een handkus. 'Ik ben Christy.' Ik glimlachte naar de jongen. Een kale man kwam op me afgelopen. 'Jack, waarom heb je niet gezegd dat de nieuwe werkneemster er was?' Ik glimlachte opnieuw. 'Het spijt me, vader. Ik...' 'Ach, geef hem niet de schuld. Hij heeft me anders wel gered.' zei ik charmant. 'Gered?' vroeg de man. 'Ja, met deze grote koffer had ik mooi klem kunnen komen tussen de deur, maar uw zoon heeft mooi de deur voor mijn opengehouden.' 'Ach, nou ja. Goed dan. Ik ben Richard Leopold. De directeur van dit prachtige hotel.' Ik schudde de man zijn hand, en keek rond. 'Het is net zo prachtig als in de brochure.' zei ik. 'Ik zal je je kamer laten zien.' zei Jack. Ik volgde hem naar de slaapkamers van de werknemers. 'Dit is de mooiste slaapkamer voor het personeel.' zei Jack. Ik zette mijn koffer neer. Het was een prachtige kamer met twee eenpersoonsbedden. 'En met wie deel ik deze prachtige kamer?' vroeg ik. 'Met mij.' Jack toverde een glimlach op zijn gezicht. Ik begon uit te pakken. Ik deed de kledingkast open, en legde mijn kleding erin. Mijn dekbedovertrek legde ik op bed neer. 'Ik wil je nu graag trakteren op een rondleiding over het strand.' Jack pakt mijn arm, en loopt samen met mij richting het strand.