Jack

Ik gaf Noa een boterham en liep met Tommy een beetje rond terwijl Yardéna haar valies boven uitpakte. Om 8 uur werd er gebeld aan de deur en ik deed snel open.
'Hey Jack.' zei ik.
'Hallo.' zei hij.
'Bedankt dat je wil komen.' zei ik.
'Graag gedaan.' zei hij en we gingen in de zetel zitten.
'Ben je oppas geworden?' vroeg hij en keek naar Tommy.
'Nee, dat is mijn zoontje.' zei ik.
'Echt?' vroeg hij.
'Ja, Tommy hij is 2 weken oud.' zei ik.
'Zo lief.' zei hij.
'Mama, wie is dat?' vroeg Noa toen ze de woonkamer in kwam.
'Jack, een vriend hij komt een beetje op ons letten terwijl papa weg is.' zei ik.
'Ja.' zei Jack.
'Hallo, jij moet Jack zijn.' zei Dena toen ze beneden kwam.
'Hallo.' zei Jack.
'Ik ben Yardéna, de beste vriendin van Jess.' zei ze.
'Ik ben Jack.' zei Jack.
'Dena, blijf jij bij Tommy ik ga Noa naar school doen met Jack.' zei ik.
'Ok.' zei ze en we vertrokken. Ik zette Noa af en ging dan terug naar huis. Yardéna was boven en ik zat met Jack in de zetel.
'Hoe komt het eigenlijk dat het gedaan is met je vriendin?' vroeg ik.
'Ik had gekust met een ander meisje en mijn beste vriend heeft dat verteld aan haar. Het was allemaal een misverstand maar ze wou niet luisteren en is diezelfde dag nog vertrokken en ik heb sindsdien niets meer van haar gehoord.' zei hij.
'Zo erg.' zei ik.
'En wat is er in tussen tijd met jouw gebeurd?' vroeg hij.
'Euh, ik heb een zoontje gekregen en heb 3 dagen in coma gelegen.' zei ik.
'Wat?' vroeg hij geschrokken.
'Lang verhaal.' zei ik.
'Ik heb tijd.' zei hij lachend.
'Ok.' zei ik en vertelde hem heel het verhaal over de inbreker enzo.
'Wow, dat is erg.' zei hij.
'Ja.' zei ik.
'Maar gelukkig is alles goed gekomen.' zei hij.
'Hmm.' zei ik.
'Hey, wat is er? Je bent zo stil.' zei hij.
'Ik mis Louis.' zei ik.
'Maar meisje toch.' zei hij en trok me tegen zich aan.
'Als we plezier maken ga de week snel voorbij zijn en is hij terug.' zei hij.
'Ja.' zei ik.
In de namiddag is Jack naar huis gegaan en om 4 uur is hij Noa gaan halen van school. 'S avonds belde ik 3 kwartier met Louis en had het moeilijk om af te leggen. Vandaag was het donderdag en gisteren had ik geskyped met Louis en de andere jongens.
'Ja, wat gaan we doen straks?' vroeg Jack.
'Ik zou eigenlijk dringend naar de winkel moeten, ik heb echt bijna niets meer in huis.' zei ik.
'Ok, dan gaan we vertrekken naar de winkel zodat we direct daarna Noa kunnen gaan halen van school.' zei Jack.
'Ok, Dena ga je mee?' vroeg ik.
'Nee, ik blijf bij onze kleine jongen.' zei ze.
'Ok, moet jij iets hebben?' vroeg ik.
'Nee.' antwoorde ze.
'Ok, tot straks.' zei ik.
'Tot straks.' zei Dena.