Hoofdstuk 118
Aiden
Ik heb nog nooit een vampier zo blij gezien. Alana is weer helemaal vrolijk en loopt al de hele ochtend rond te zingen. Ben en Jack zijn nog steeds boos over wat er allemaal gebeurd is en willen niet met me gaan jagen. Dus besluit ik om maar zelf in mijn eentje te gaan jagen.
Ik loop naar buiten om Naur te gaan halen. Hij zal ook wel blij zijn om een keer zijn poten te strekken.
Gelukkig is het mooi weer en staan alle draken buiten in de wei. Ik roep Naur in de hoop dat hij mee wil maar om de een of andere reden krijg ik geen reactie van hem. Als ik goed kijk staat hij bij Xena in de wei en heeft alleen maar aandacht voor haar. Ik schud mijn hoofd en loop weer naar huis terug. Ik pak nog even mijn wapens en loop dan richting het bos. Als ze vanmiddag Alana naar haar moeder willen brengen kan ik niet al te lang weg blijven en is het zeker verstandig om eerst te gaan jagen.
Ik zet mijn tanden in de nek van de inbreker en begin te drinken. Als ik klaar ben sleur ik hem mee het bos in waar ik hem dump in de rivier. Er is toch niemand die een inbreker gaat missen. Ik raap alle gestolen spullen op en probeer ongezien het kleine dorpje weer in te komen. Eenmaal bij het huis aangekomen leg ik de spullen op de grond neer. Ik klop op de deur van het huisje en verdwijn dan de bomen in. Zo stil als ik kan blijf ik even kijken naar de deur die open gaat. Er rennen vier kleine kinderen naar buiten en duiken in de spullen. Dan komt er een vrouw naar buiten met een kind op haar arm. Dolgelukkig kijkt ze rond maar er is niemand te zien. Ze beveelt de kinderen om alles mee naar binnen te nemen en verdwijnt dan weer. Opgelucht haal ik adem en ga dan weer richting huis.
Weer thuis aangekomen hoor ik dat iedereen in de woonkamer zit. Ze praten en lachen en Alana is weer aan het zingen. Ik haal een keer diep adem en maak dan de deur open. Ineens is het stil en kijkt iedereen me aan. Mijn blik valt meteen op Yuna die me angstig aan kijkt. Ik besluit om maar aan de andere kant op een afstandje tegen de muur te gaan staan. Dit is beter voor iedereen.
‘Dus, wat is het plan voor vanmiddag?’ vraagt Jack en haalt zijn blik van me af.
Door zijn woorden lijkt iedereen zich te ontspannen en ook Alana gaat nu zitten bij Yuna.
‘Jack en ik gaan zeker want wij weten waar we heen moeten’ zegt Ben vastberaden.
‘Is goed, maar is het verstandig dat Yuna mee gaat?’ vraagt Jack dan.
Ineens gaan vier paar ogen naar Yuna en ze krijgt het er warm van.
‘Het lijkt me niet verstandig dat je mee gaat’ zegt Ben dan tegen haar.
Yuna knikt begrijpelijk maar Alana lijkt niet blij te zijn. Ze kruipt bij Yuna op schoot en slaat haar armen om haar heen.
‘Aiden, ik wil hebben dat jij ook thuis blijft’ zegt Ben dan ineens.
Verward kijk ik hem aan. Waarom mag ik nu ineens niet meer mee? Doet hij dit extra of is hij nog boos op me? Een beetje geërgerd kijk ik hem aan maar zijn beslissing staat vast.
‘Ik wil dat jij en Yuna thuis blijven om voor de draken te zorgen’ zegt Ben.
In zijn stem zit een rare toon en ik weet zeker dat hij dit expres doet. Maar waarom? Zodat we het uitpraten, of zit er nog wat anders achter?
‘We hebben alles’ zegt Jack en hij stapt op zijn draak.
‘We weten nog niet wanneer we terug zijn’ zegt Ben en spoort zijn draak aan om op te stijgen.
Alana zit bij Jack op de draak en kijkt niet zo heel erg blij. Ze had graag gewild dat Yuna mee ging en heeft dus een paar uur lang gezeurd. Helaas voor haar heeft Ben nee gezegd en dat is maar goed ook.
Als ze weg zijn blijven Yuna en ik alleen over. Yuna loopt meteen naar binnen en laat me alleen achter. Ja en nu zijn we alleen. Zou dit wel goed komen? Ik bedoel ze is erg bang van me en nu laat Ben ons samen achter! Ik zucht en loop dan naar binnen. Yuna is nergens te bekennen en ik besluit om maar even boven te gaan kijken.
Reageer (1)
Heh, Ben, heh? *snapt het niet en wil snel verder lezen, maar dat kan dus niet* C;
1 decennium geleden