Moet ik dat van -Vanuit- wel doen? Of alleen 1 verhaal laat maar zeggen?

-Vanuit Daan-

Er rolt een traan over mijn wang. Ik mag van Tatum's moeder haar nooit meer zien. Jelmer en Susan troosten me, maar het helpt niet. Allebei weten ze dat ik haar heel erg leuk vind. 'Je mag haar vast vanavond wel weer zien' Zegt Rein. 'Ik denk het niet' Zegt Daan's moeder boos. 'Allemaal naar huis jullie, en jij naar boven direct!' 'Mam ! Alsjeblieft! Je weet hoe close we met elkaar zijn.' Mijn moeder trekt me mee aan me arm en duwt me naar binnen. Ik zie nog net dat iedereen hun fiets pakt en weg fietsen. Boven ga ik op mijn bed zitten. Ik denk na over een manier hoe ik haar kan zien. Ik ken haar moeder.... ik zie haar nooit meer. Denk ik bij mezelf. Rein, Nils en Owen zitten beneden want ze zijn bij me ingetrokken. Ik hoor ze nog wel lachen. Ik leg mijn hoofd in mijn kussen en begin heel hard te huilen.

-Vanuit Tatum-

Als ik op mijn bed lig denk ik over alles na wat er nou gebeurd is, is dat zo'n groot probleem? Ik hoor de brandweer alweer wegrijden. Ze zeiden dat we geluk hadden, het had anders kunnen aflopen. Ik kijk naast me en zie mijn mobiel liggen. 'Natuurlijk' Roep ik hard op. Ik toets Daan's nummer in die ik helemaal uit mijn hoofd weet. Hij is zo leuk, en die lach. 'Tatum!! Hoe kunnen we elkaar zien?' 'Ik mag waarschijnlijk vanavond 5 minuten naar buiten ofzo. Of aan de andere kant van jou.' Ik begin te snikken. 'Ik kom naar je toe vanavond, het lukt ze niet, dat wij elkaar nooit meer zien.' Dan komt mijn moeder binnen. 'Tatum? Ben je er nog?' Hoor ik heel zachtjes door de telefoon. 'Inleveren, hoe durf je?' Ik gehoorzaam en geef me moeder de telefoon. Die ben ik nu ook al kwijt.

-Vanuit Jelmer-

'Ik vind het zo zielig voor Daan en Tatum, die twee houden van elkaar!' Zegt Susan. Nadat we niet meer bij Daan mochten zijn is ze mee naar mijn huis gegaan. 'Vind Tatum Daan ook leuk?' Vraagt Jelmer nieuwschierig. 'Ja, ze is helemaal van de kaart'. Zegt Susan lachend. 'We gaan ze helpen. Ze moeten elkaar blijven zien.' Zegt Jelmer enthousiast. We lopen naar buiten, stappen op onze fietsen en rijden weg, op weg naar Daans huis.

-Vanuit Susan-

Toen zat ik op de bank, naast Jelmer. Zo'n lieve jongen. Ik denk dat ik hem leuk ben ga vinden. Maar hij voelt toch niet hetzelfde voor mij. We gaan helpen dat Tatum en Daan elkaar weer kunnen zien. We fietsen weg, ik naar Tatum's huis en Jelmer naar Daan's huis. Ik bel aan. Ik ben toch wel een beetje zenuwachtig. Haar moeder doet open. En zegt meteen dat ik weg moet gaan. 'Maar ik..' Probeer ik nog. Maar ze drukt de deur al voor mijn neus weg. Ik ga voor op het stoepje zitten in de hoop dat Jelmer snel naar buiten komt, hij mocht wel naar binnen. Dan denk ik terug aan de tijden met Tatum. Dat we altijd via de waterpijp naar boven klommen naar haar kamer. Ik begin hardop te lachen. Dan bedenk ik me dat ik dat weer kan proberen. Ik klim omhoog.. bijna viel ik. Ik klopt op het raam. "Aahh' hoor ik uit de kamer komen. Blijkbaar liet ik Tatum schrikken. Het raam word geopend en het hoofd van Tatum komt naar buiten.

Reageer (2)

  • ginadam

    Super leuk echt orgineel!! snel door!!!!

    1 decennium geleden
  • SharonKusjex

    ABBOO! En mag ik misschien de vriendin van Rein worden? x Sharon

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen