Foto bij 01



The flight


Zwijgend staar ik uit het kleine vliegtuigraampje. Vanuit mijn iPodoortjes knalt harde muziek. Ik neurie zachtjes mee met de melodie en probeer mijn gedachten te verzetten. Naast mij zit mijn zusje een filmpje te kijken. Volgens mij kijkt ze Friends with Benefits. Mijn vader zit weer naast haar en bladert wat in een boek. Volgens mij neemt hij de letters niet echt in zich op. Ik betwijfel trouwens ook of mijn zusje de film wel echt volgt. ‘Wilt u misschien iets te drinken?’ Alle drie schrikken we op uit onze gedachten.
Als we allemaal wat drinken op ons tafeltje hebben staan en de stewardess weer wegloopt, tikt Rachel mijn zachtjes aan. Vragend kijk ik naar mijn zusje. ‘Vind jij het ook zo stom dat mama nu alleen achterblijft?’ Ik knik. ‘Verschrikkelijk vind ik het.’ Rachel zwijgt en staart naar haar schoenen. ‘Ik wil niet naar Australië.’ Mompelt ze. Ik sla een arm om mijn zusje heen. ‘Niemand wil het, Rach. Pap en ik vinden het net zo stom als jij.’ Rachel haalt haar schouders op en zucht. ‘Straks is iedereen daar vervelend en vinden ze ons anders.’ ‘We zijn ook anders, Rach. Wij zijn Brits en zij Australisch, maar dat hoeft niet erg te zijn!’ Rachel kijkt me bedroefd aan. ‘Dat weet ik wel, maar straks vinden zij dat wel erg!’ Ik zwijg. Net als mijn jongere zusje ben ik ook bang dat het in Australië helemaal niets gaat worden. We kennen er alle drie niemand en we moeten dus een heel nieuw leven opbouwen. Ik wil niet zeggen dat ik het in Engeland nou super voor elkaar had, maar daar had ik tenminste iets aan bekenden en een paar vrienden. Daarnaast ken ik de Britse gebruiken en de ongeschreven regels die daar gelden. Ik kijk weer opzij naar mijn zusje en zie dat haar ogen alweer op het scherm gericht zijn. Ik weet zeker dat zij een leuke tijd gaat beleven in Australië. Of ik ook een leuke tijd zal hebben? Dat weet ik zo net nog niet. Ik stop mijn oortjes weer terug in mijn oren en zet de muziek nog iets harder. Dan sluit ik mijn ogen en val in slaap.

‘Alice! Wakker worden, we zijn er.’ Langzaam open ik mijn ogen. ‘Pap?’ Mijn vader lacht. ‘Ja schat?’ Ik trek een moeilijk gezicht. ‘Heb ik echt zolang geslapen?’ Mijn vader knikt. ‘Ja, ik denk dat je een uur of tien geslapen hebt.’ Mijn ogen worden groot. ‘Tien uur?!’ ‘Kom.’ Mijn vader reikt mij zijn hand toe. Braaf pak ik hem vast en kom overeind. Snel pak ik wat van mijn spullen bijeen en neem mijn handbagagetas van mijn vader aan. ‘Waar is Rachel?’ ‘Die staat buiten het vliegtuig al op ons te wachten. Ze moest erg nodig plassen.’ Ik grijns. ‘Oké, zullen we dan maar gaan?’ Mijn vader zucht. ‘Ja, laten we dat maar doen.’ Je merkt aan alles dat ook hij tegen ons ‘nieuwe avontuur’ opziet.
Al snel vinden we Rachel. Ze staat braaf ons te wachten. Met z’n drieën lopen we naar de douane. Er staan zoals altijd lange rijen. Gelukkig gaat het aardig snel. Bij ons duurt het iets langer, omdat wij hier niet als toerist komen. Gelukkig heeft mijn vader zijn papieren goed op orde en laat hij zien dat hij alles al geregeld heeft én dat hij hier al een baan heeft, iets wat erg belangrijk is. De douaneambtenaar zegt dat het goed is en een paar seconden later staan we dan echt op Australisch grondgebied. Nu alleen nog onze koffers ophalen. Ook dat gaat gelukkig snel en zonder problemen. Ik weet nog wel toen we ooit eens op vakantie gingen naar Griekenland en onze koffer kwijtgeraakt was. Het koste zoveel moeite om dat ding weer terug te krijgen! Gelukkig is dat vandaag dus niet nodig. Voor het vliegveld staat de auto die mijn vader voor een paar weken gehuurd heeft al klaar. Als het goed is ontvangen we na vier weken een leaseauto en kan deze dus weer weg. Rachel en ik gooien de koffers in de achterbak en stappen achterin in. Als we de duren dichtslaan en onze vader op het gaspedaal drukt, weten we allemaal dat het avontuur nu echt begonnen is!

Ons appartement is mooi, licht en ruim. Iemand van mijn vaders werk heeft het ons aangeboden. Ik ben blij dat mijn vader op zijn aanbod is ingegaan. Vanaf hier kan je zelfs de zee zien liggen! Rachel zucht. ‘Het is zo mooi hier.’ Ik knik. Het is inderdaad mooi hier. De lucht is strakblauw en de zee lijkt nog blauwer. Het weer is hier in ieder geval beter dan in Engeland en de zee een stuk blauwer! Mijn vaders zet onze koffers in de keuken neer en neemt de omgeving ook in zich op. ‘Hier kunnen we wel ons eigen plekje van maken, toch meiden?’ Mijn zusje en ik knikken. Dit huis gaat zeker ons eigen plekje worden, daar was ik ook niet zo bang voor. Ik ben vooral bang voor morgen; de dag dat ik voor het eerst naar een die andere school moet.

En wat vinden jullie ervan?
X <3

Reageer (6)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen