11. Evelynn Dales
Nadat ik de deur naar de heuvel achter me sloot keek ik goed om me heen; de ruimte was leeg, de vloer en wanden bedekt met kleine fijne steentjes, een soort grijzig zand. Ik bekeek de jurk; erbij zat een vreemd soort riem waarop dezelfde soort bollen die ik eerder op de planken had gezien - maar dan alleen in het groen - in kleiner formaat waren bevestigd. Snel trok ik het ding aan en merkte tot mijn verbazing dat de riem in de jurk vast leek te groeien waardoor de kleuren gelijk in elkaar over begonnen te lopen zoals water. Hoe kon de hoeveelheid avontuur en magie over mijn twee werelden nou zo ongelijk verdeeld zijn?
Het zat ontzettend comfortabel en de magie straalde van de kleding af. Ik opende de deur en Juka liep weg van de muur waar hij tegenaan geleund zat.
'Klaar?' ik maakte een bevestigend geluidje.
'Waar zijn die bollen eigenlijk voor?' vroeg ik.
'Dat merk je nog wel,' Juka liep richting de uitgang van de heuvel.
'Waar gaan we heen?'
'Niet we; jij. Je moet teruggaan naar waar je vandaan kwam.' Dat was behoorlijk teleurstellend. Het hele avontuur verliep zo anders dan ik had gedacht. Ik stelde alleen maar vragen en eigenlijk had ik nog helemaal niets van de antwoorden opgestoken, was dat een avontuur? Waarom kreeg ik de indruk dat ik dit allemaal zou moeten weten, had ik ergens iets gemist?
'Teruggaan? Waarnaartoe? Ik heb echt geen idee meer waar dat is, jij hebt me zowat de hele vlakte over gesleurd.' Juka glimlachte bij de gedachte.
'Goed punt, ik breng je wel.'
Voor ik het wist liepen we alweer buiten, al was het nu anders. Het voelde als een laatste keer, de laatste keer voelde altijd anders. Ik nam mezelf voor een gesprek te beginnen wat ik me later met een glimlach zou kunnen herinneren, maar Juka was me voor.
'Dus, wat is jouw naam?' Hij keek me aan en ik sloeg mijn armen over elkaar en zweeg. Hij haalde verontschuldigend zijn schouders op en mompelde wat, daarna werd het stil. Ik voelde me teleurgesteld, dan was er eindelijk iemand die normaal met me om leek te gaan en dan verpestte ik het weer voor mezelf. Op dat soort momenten vroeg ik me altijd af wat andere mensen dachten als een gesprek slecht liep, of helemaal niet liep. Zouden ze proberen het weer op gang te brengen of niet?
'Ik vind mijn naam niet mooi,' zei ik en realiseerde me hoe stom dat klonk. Ik zou kunnen zeggen dat als ik over mezelf denk als 'Evelynn' het gewoon niet overeenkomt en dat ik zo graag een naam wilde hebben die bijzonder was. Ik zou kunnen zeggen dat het me niet zowaar om de naam zelf ging, maar meer om het hebben van een naam, door mijn ouders gekozen, die andere kinderen op de wereld ook hebben. Maar, dat was natuurlijk een groot, lang, aanstellerig verhaal en dat soort dingen zei ik niet. Juka keek onbegrijpend.
'Daar gaat het toch helemaal niet om,' zei hij, 'je hoeft je naam niet mooi te vinden, je naam is gewoon iets wat het voor de mensen om je heen makkelijker maakt om je van anderen te onderscheiden. Het betekent vrijwel niets.' Ik was blij dat ik niet voor het lange verhaal was gegaan en ik wenste bijna dat hij niet naar me toe was gekomen, per slot van rekening vond iedereen mij uiteindelijk toch maar raar. Ik praatte door, hoopte dat het slechte gevoel in mijn maag weg zou trekken.
'Nou als het toch niet uitmaakt, bedenk dan zelf maar een naam,' zei ik, en in stilte liepen we verder.
'Je zei dat je wist hoe het was om dit voor het eerst te zien, kom je hier dan niet vandaan?' vroeg ik uiteindelijk nadat we een heel eind hadden gelopen zonder een woord tegen elkaar te zeggen. Eerst keek hij op van zijn voeten naar de lucht, daarna sprak hij.
'Ik ben ergens anders geboren, mijn ouders hebben me te vondeling gelegd hier, omdat ik bij mijn eigen volk anders gevaar zou lopen opgegeten te worden door de dieren.' Dus hij hoorde hier eigenlijk niet, net als ik zelf niet bij de mensen op aarde. Maar ik paste wel bij dit land, dat voelde ik.
'Waarom ga je dan nu niet bij je eigen mensen wonen?' vroeg ik, niet wetend wat ik als antwoord moest verwachten.
'Ik weet niet of ze me wel terug willen hebben... Uit welk volk kom jij eigenlijk?' Het was me duidelijk dat hij het onderwerp wilde veranderen en ik ging erin mee.
'Geen enkele... geloof ik,' Juka keek me onbegrijpend aan, 'lang verhaal.'
'Laat me raden: een andere keer misschien.' ik glimlachte en maakte een bevestigend geluid.
'Je bent wel stil voor iemand die hier niet vandaan komt,' zei hij.
'Hoe bedoel je?' Was ik stil? Het voelde alsof ik juist de hele tijd in gesprek was.
'Nou, de mensen hier zijn meestal nogal... mysterieus? hoffelijk? Ze zeggen weinig en laten zich weinig zien? Proberen één van hen te vinden is bijna zo frustrerend als het achtervolgen van een geest.'
'Jullie hebben hier geesten?'
'Nee, niet echt. Het zijn meer verschijningen en schaduwen, als je magie beoefent laat je soms als het ware een afdruk achter op het land, een geest. Eigenlijk heet het niet eens zo, volgens mij hebben ze er zo'n moeilijke naam voor, Haduelore als ik het me goed herinner.' Ik besloot geen vragen over magie te stellen en knikte alleen. Juka glimlachte zelfvoldaan.
'Wat is er?' vroeg ik.
'Niets, het is leuk om eindelijk eens degene te zijn die alles weet.'
'Fijn dat je dat leuk vind,' zei ik sarcastisch en hij glimlachte. Evelynn Dales maakte een grap, welke wonderen had de wereld nog meer voor mij in petto?
Toen we bij de rand van het bos waren aangekomen, liep Juka nog steeds voorop om de weg te wijzen. Ik strompelde er een beetje achter aan. Zo graag had ik de rest van deze wereld willen zien, maar natuurlijk moest ik weer terug naar mijn saaie, normale leven.
'We zijn er.' zei Juka en hij staarde niet bewegend voor zich uit naar iets wat ik niet kon zien omdat hij voor me stond. Ik keek langs zijn schouder en het eerste wat ik zag was een meisje. Ze was best mooi, ze leek niet het soort meisje als die waar ik me op school altijd aan ergerde. Waarschijnlijk gewoon zo'n meisje die aardig is en betrokken bij haar eigen vrienden, gewoon vriendelijk.
Ik keek verder; naast haar stond een jongen. ? haar. Licht groene ogen. Ongeveer een halve kop groter dan ik. Hij keek Juka vijandig aan. Ik slikte even en trok aan Juka's mouw om zijn aandacht te trekken, maar hij reageerde niet. Hij keek nog steeds naar de nieuwe jongen, ik volgde zijn blik. De jongen keek me recht aan, ik voelde even iets wat ik alleen kon beschrijven als een tornado in mijn maag. Ik wierp een laatste blik op Juka en probeerde wat te zeggen, zonder succes. Ik hoopte dat ik hem terug zou zien, de eerste jongen die me aan sprak zonder me te kleineren. Maar voor ik het door had werd ik weggesleurd van die magische wereld, van mijn avontuur, naar een vieze stoep aan de rand van een dorp op de planeet die men aarde noemt.
En de jongen was weg en de trein vertrokken.
- - - - - - - - - - - - - -
Door Stage
Reageer (3)
ahha das best awkward!
1 decennium geledenWow!
1 decennium geledenIk vraag me nu echt af hoe ze in die wereld terechtkwam en hoe het allemaal zit....
1 decennium geledenSnel verder!