7. Evelynn Dales
Wetend dat mijn ouders teleurgesteld zouden zijn als ik nu opstond, pakte ik mijn boek van het nachtkastje en begon te lezen. Het was een soort traditie in onze familie dat iemand op zijn verjaardag niet opstond voordat de rest van de familie hem kwam halen. En als ze dan eenmaal boven kwamen dan was dat luid zingend met een ontbijt voor op bed. In de tussentijd werd ik altijd al snel wakker van hun gefluister beneden, dat merkte ik eerder dan als ze normaal zouden praten.
Ik vond het allemaal maar gedoe, maar het was wel altijd gezellig en mijn ouders zelf vonden het ook wel leuk om te doen. Ik voelde me nog steeds een beetje misselijk van de vorige dag maar langzaamaan was ik aan het vreemde gevoel gaan wennen. In ieder geval was het fijn om eens weg te zinken in een goed boek, om te lezen over een meisje wat allerlei avonturen beleefde terwijl het grootste avontuur wat ik ooit beleefd had het stelen van een koekje was. Toch kon ik me altijd helemaal inleven in de karakters. Als ik ooit een kans zou krijgen om een echt avontuur te beleven, mocht ik die in geen geval verspillen. Misschien dat ik daarom zoveel boeken las en allerlei manieren verzon om toch een beetje avontuur te hebben. Zo ging ik naar het bos, zat ik op paardrijden en rende ik soms de trap op en af om mijn conditie te trainen. Het ergste was nog dat ik er oprecht van overtuigd was dat die dingen me zouden helpen.
'Lang zal ze leven! Lang zal ze leven, lang zal ze leven in de gloria!' Mijn ouders kwamen de trap op lopen, snel legde ik mijn boek weg en ging liggen alsof ik nog maar net wakker was geworden van hun gezang. Glimlachend keek ik hoe ze de kamer binnen kwamen en ik ging overeind zitten.
'Hiep, hiep, hoera!' Mijn moeder had een dienblad met bordjes met wentelteefjes, mijn lievelingsontbijt. Mijn vader kwam binnen met een grote doos die ik een paar dagen geleden nog onder de trap had zien staan, ik had er niet eens bij stilgestaan.
Toen mijn ouders eindelijk uitgezongen waren, wist ik niet hoe ik moest kijken, daar had ik wel vaker last van. Toch lachte ik gewoon en niet voor de eerste keer verbaasde ik me erover hoeveel dingen kunnen worden opgelost met één enkele glimlach.
'Eten gaat voor cadeaus,' zei ik lachend zoals ieder jaar. In de kleermakerszit ging ik op mijn bed zitten terwijl mijn ouders op de grond aten. Toen ik klaar was zette ik mijn bordje terug op het dienblad.
Ik stond op, liep naar de deur en pakte de doos op, het was een saaie grijsachtige kartonnen doos maar daarin zag ik een aantal felgekleurde stukjes pakpapier zitten. Ik ging weer op het bed zitten en nam de doos op mijn schoot. Met zijn mond vol gebaarde mijn vader dat ik hem open moest maken terwijl mijn moeder aandachtig toekeek en nog een slokje van haar thee nam. Voorzichtig maakte ik de doos open en spreidde de pakketjes uit over mijn bed, ik was blij dat mijn ouders niet veel grote dure dingen hadden gekocht.
Het eerste cadeautje was verpakt in lichtblauw pakpapier van de boekhandel, onwillekeurig moest ik glimlachen terwijl ik het pakpapier open scheurde. Het was een klein boekje van A-5 formaat, niet beschreven. Ik sloeg het open, de bladzijdes waren gelinieerd en het was zo'n boekje waar je niet in durfde te schrijven, omdat je bang was het te verpesten. Het tweede pakje zag eruit alsof het regelrecht van een postkantoor uit de 20ste eeuw kwam, dit was zonder twijfel van mijn oom, die in Noorwegen woonde. Rustig haalde ik de strik eraf, een versleten touwtje wat het pakje omhulde. Er zat een klein kaartje bij waar opstond "Deze zag ik liggen en ik dacht meteen aan jou. Grapje, Sterre heeft hem uitgezocht." Sterre was mijn nichtje van tien, het kaartje was typisch iets voor mijn oom. In het pakketje zelf zat een bescheiden ketting maar mooie ketting van donker drijfhout.
Er waren nog 4 pakjes over. In één daarvan zaten mooie potloden en pennen, mijn opa zei altijd dat je daar nooit genoeg van kon hebben. Een andere was groot vierkant en plat, er zaten vier vierkante prikborden in met punaises. Volgens mijn oma zou één groot prikbord onhandig zijn, dus ze had bedacht dat ik ze naast elkaar op de muur moest plaatsen. In een ander pakje zaten slippers voor de komende zomer, van mijn tante. Ze zagen er stevig uit en pasten om mijn voet, in tegenstelling tot die van de afgelopen jaren. "Ik blijf het maar proberen." schreef mijn tante dan ook.
Het laatste pakje was groter dan de anderen en nieuwsgierig woog ik het op mijn hand, het was heel licht en het papier scheurde toen ik het op de verkeerde plek vastpakte. Het was een hoed, een cowboy-hoed, zoals die van Indiana Jones. Hij was van een ruwe stof maar toch heel licht, met een touwtje eraan. Ik zette hem op mijn hoofd en keek in de spiegel.
Tot mijn verbazing stond hij me best goed, de warme bruine kleur van de hoed stond mooi bij mijn simpele blonde haren en het koordje wat aan de onderkant van de hoed zat hing nonchalant om mijn hals en het enige wat niet in het plaatje paste waren mijn ogen, die nog steeds paars waren. Gelukkig waren ze wel gestopt met gloeien. Ik zou niet hebben geweten hoe ik dat ooit aan mijn ouders zou moeten uitleggen, waarschijnlijk gewoon niet.
Ik draaide me om en omhelsde mijn ouders terwijl ik hen hartelijk bedankte voor alle mooie cadeaus. Ik vroeg aan mijn moeder of ik mijn familieleden mocht bellen en ze haalde gelijk de telefoon van beneden waarna ze me alleen lieten op mijn kamer en zeiden dat mijn tante vanmiddag ook nog op bezoek zou komen.
Mijn oom was zoals altijd heel opgewekt aan de telefoon en vertelde uitgebreid over zijn uitstapje naar het strand waar hij met Sterre de ketting gekocht had en hoe hij het zelf nooit had kunnen bedenken haar een ketting te geven. Ik vond het altijd leuk om met mijn oom te praten, hij was niet de slimste, maar het was altijd leuk om zijn verhalen de horen.
Ik keek naar de stapel cadeaus op mijn bed en stond op om het pakpapier weg te gooien. Het pakpapier dat mijn oom had gebruikt hield ik wel, het was zonde om zulk mooi papier weg te gooien. Ik borg de cadeaus op en vroeg me af waar ik de stukken prikbord moest laten.
'Pap?!' riep ik naar beneden.
'Ja?'
'Kan je die stukken prikbord aan mijn muur hangen?'
'Ja hoor, doe ik vanmiddag.'
Tevreden liep ik met mijn boek de trap af en ging naar buiten. Toen ik onder de schaduw van het dak uitliep scheen al snel de zon fel op mijn hoofd. Ik legde even het boek en de kop thee op tafel, waarna ik de trap weer op holde. Daar zette ik mijn hoed op mijn hoofd en liep terug naar buiten waar ik in alle rust mijn boek uit kon lezen. Die middag had ik nog wel een aantal duizel aanvallen en ik voelde me ontzettend misselijk de hele dag door, maar ik kon ermee leven. Wie is er immers niet blij op zijn eigen verjaardag.
- - - - - - - - - - - - - -
Door Stage
Reageer (3)
lolz!
1 decennium geledenMooi!
1 decennium geledenSnel verder!
wow, heftig!
1 decennium geledenSnel verder <3 x