In dit hoofdstuk maak je kennis met Jack, zijn zusje en de rest van de familie.

Jack Nichols, een doodnormale jongen van 16, woont net buiten LA. Zijn zusje (14) heet Mary.
Mary gedraagt zich de laatste tijd anders, Jack is de eerste die dit opmerkt. Hij houd het nog even voor zichzelf, hij denkt dat het wel met de puberteit te maken zal hebben en voelt zich ook niet geroepen om nou meteen alles aan hun ouders te vertellen. Niets is minder waar, Mary gaat zich steeds sneller, steeds raarder gedragen. Jack kiest ervoor het gesprek toch eerst maar eens zelf met zijn zusje te voeren, voordat het straks helemaal mis gaat. Mary wil het gesprek met Jack niet voeren en Jack wordt hierdoor alleen maar nieuwsgieriger naar wat er met Mary aan de hand is.
Ondertussen hebben ook hun ouders door dat Mary zich anders gedraagt, ook zij proberen een gesprek aan te knopen met haar. Mary is niet gediend van al die mensen die volgens haar 'voor psycholoog spelen'. Al gauw weten ook opa, oma,tantes, ooms, neven en nichten dat er iets aan de hand is met Mary, maar ze besluiten zich er alleen op de achtergrond mee bezig te houden; zij zien het als de taak van de ouders. Mary heeft echter wel door dat nu ook de hele familie zich ermee bemoeit, hoe weinig dan ook, het drijft haar tot waanzin: ze is woedend, 'waar bemoeien al die mensen zich mee, hebben ze niets beters te doen ofzo???' Schreeuwt ze vaak door het huis, met haar handen in het haar. Mary's punten op school worden ook steeds lager, haar mentor wil een gesprek met haar voeren, dat was de druppel die de emmer deed overlopen, Mary steekt haar mentor 21 keer: haar mentor bloed dood. Aangezien Mary de enige was, zijn er geen getuigen; de moord wordt nooit bewezen en Mary gaat vrijuit.
Toch is er wel íemand die het allemaal heeft gezien, het hele gesprek tussen Mary en haar mentor... Jack, hij heeft het allemaal gezien en gehoord. Hij weet niet wat hij moet doen, hij vindt dat zijn zusje te ver is gegaan:' ze mag dan wel mijn zusje zijn, maar je eigen mentor 21 keer koelbloedig neersteken is geen straf groot genoeg voor, ik moet naar de politie'.
Onderweg naar het politiebureau, is Jack erg zenuwachtig; per slot van rekening is HIJ uiteindelijk verantwoordelijk voor het terechtstaan van zijn 'kleine' zusje. Op een meter of 50 van het politiebureau vandaan bedenkt hij zich:' ik MOET dit eerst tot de bodem uitzoeken, daarna zal ik haar aangeven... Maar hoe???'

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen