De 100e Hongerspelen - 164

“Akkoord, maar dan moeten we nog iemand vinden die meegaat”, zei Katniss. “En iemand moet voor auto’s zorgen.”

“Ik regel wel auto’s, mijn man verhuurt er, ook busjes enzo”, zei Inne. “Drieëntwintig plus wij, even kijken, acht, toch? Wie kan er allemaal rijden?” Alleen Carsta stak haar hand op. “Hmm, dan vraag ik wel of hij ook meekomt, Snow heeft hem nog niet gepakt, voor zover ik weet. Hij heeft mij ook nog nergens op betrapt, dus…”
“Goed”, knikte Gale. “Nog iemand die we mee kunnen nemen?”
“Portia?”, stelde Inne meteen voor.
“Nee”, zei Peeta kalm. “Haar kunnen we hier niet mee vertrouwen. Ten eerste omdat ze een stap te ver is gegaan bij het begin van de opstand, ten tweede omdat Cinna er bij zit. We nemen niemand mee die nauw verwant is met één van de gevangenen. Niemand mag haar trouwens op de hoogte brengen van ook maar één naam.”
“Barlow, misschien?”, opperde Shirley. “Barlow Qrin, de stylist van het meisje uit drie. Hij was er van het begin bij, maar Snow zal niets vermoeden als hij even verdwijnt, hij heeft met niemand hier specifieke banden.”
“Is hij te vertrouwen?”, vroeg Gale.
“Zeker weten”, zei Carsta. “Ik ken hem al jaren, als collega. Hij was achter de schermen altijd één van de eersten die de Spelen veroordeelde.”
“Goed, breng hem op de hoogte. Iedereen morgen om 11u hier.”
“Hebben jullie kamers genoeg?”, vroeg Johanna. “Op ons verdiep zijn er nog wel wat vrij.”
“We zullen inderdaad de hulp van anderen moeten inroepen voor kamers”, zei Effie, die al uitgebreid aan het tellen en plannen was. “Katniss, hoeveel heb jij er hier nog?”
“Eentje maar.”
“Toista?”, vroeg Effie.
“Drie.”
“Avinash?”
“Vier.”
“Johanna?”
“Ook vier.”
“Dat zijn er dan al 12. Ik vraag het ook aan de mentoren van drie, zes en negen. Misschien tien, maar dat is riskant.”
“We zullen het toch binnen dit gebouw moeten doen”, merkte Katniss op. “Kunnen we hen geen kamers geven van overleden tributen?”
“Goed punt”, stemde Effie in. “Dat zijn er nog 3 meer, met wat geluk raken we er net.”
“Perfect”, glimlachte Katniss. “Dokter, hoe snel kunnen we beginnen met hen terug op de been te krijgen?”