Part 1.

Ik leg mijn dagboek in het vakje van de autostoel. "Wat is er mam?" zucht ik. Mijn moeder wijst naar een straat. "Dat is je nieuwe huis!" zegt ze trots. Wow, wat een mooi huis. Ik kijk uit mijn auto raam en zie nog helemaal niemand op straat. Ik kijk op mijn mobiel. Het is zaterdag 10 uur 's ochtends. Iedereen ligt natuurlijk nog te slapen. Als we voor het huis staan stap ik uit. Ik pak mijn cowboybag en loop achter mijn moeder aan. Ze doet de deur open en loopt naar binnen. Ik kijk om me heen. Ik krijg de kriebels als ik om me heen kijk, het is zo kill hier binnen. Nog geen bloemen, foto's of meubels. Snel loop ik door naar de keuken. Het is een mooie grote keuken met een lange tafel eraan vast. Erg modern. "Wauw, echt super mooie keuken!" roep ik. Mama reageert niet. Laat dan ook maar. Ik loop naar de woonkamer. Het is leeg en er staan allemaal bouw spullen. Ik loop naar boven en bekijk alle kamers. "Mam? Waar is mijn kamer?" roep ik naar beneden. "Kies maar schatje!" hoor ik. Ik bekijk alle kamers nog even en besluit dan op zolder te gaan slapen. Ik loop de trap op en gooi mijn tas op de grond. Er vliegt een hoopje stof omhoog. "GADVERDAMME." roep ik hard. Ik loop naar het raam en ga in de vensterbank zitten. Ik doe het raam open en kijk naar buiten. Als ik wou zou ik zo over het dak naar de achterburen kunnen lopen.
Aan de overkant staat een jongen in de kamer. Hij zwaait naar me. Ik glimlach en zwaai terug. Hij komt me bekend voor, maar kan echt niet erop komen waarvan ik hem ken.