Book 1
Trillend zit ik in de hoek van de kelder. Ze zijn juist gekomen. Ik heb nu rust. Ik adem diep in en uit om het trillen te stoppen. Het gaat niet zo gemakkelijk. De deur gaat knarsend open en ik schuif nog dieper weg. Hoofd weggestoken en armen om mijn benen geslagen. Krampachtig hou ik me vast zodat ik niet uit elkaar val. Een persoon gooit een homp brood naar me toe. Ik blijf zitten en beweeg me niet. De persoon gaat terug weg nadat hij iets naar me gesist heeft. Iets wat leek op 'bloedverrader'. Dat woord hebben ze al vaker naar mijn hoofd geslingerd. Ik weet niet wat het betekent. Ik begrijp ook de helft niet wat ze zeggen. Ik zit hier al lang, heel lang.
Wanneer ik zeker ben dat de persoon weg is kruip ik naar het homp brood toe en begin het gretig op te eten. Telkens nadat ze gekomen zijn krijg ik iets om aan te sterken. Niet dat het echt helpt. De laatste dagen, maanden of jaren begin ik af te zwakken. Het is moeilijk om te bewegen. Praten doe ik niet meer, ze vragen toch altijd maar hetzelfde. 'Wie ben je?'. Elke dag hetzelfde. Ik heb hun alles gezegd wat ik wist, maar blijkbaar is het niet genoeg.
Opeens gaat de deur open en een man komt binnen wandelen. Zijn stok langs zijn lichaam. Bang kijk ik hem aan. 'Wie ben je?', vraagt hij streng. Ik blijf hem aankijken, wetende wat ik ga zeggen niet genoeg is. 'Oké, dan zal dit je wel laten spreken!'
Ik knijp mijn ogen toe, terwijl hij het vervloekte woord uitspreekt. Crucio.
Reageer (1)
Klinkt leuk ! Ga cker lezen
1 decennium geleden