~Amy Green~
'Broer?' Vroeg ik verbaasd. 'Zusje.' Zei hij en gaf me een knuffel. 'Wat kom je hier doen?' Vroeg hij verbaasd toen hij me los liet. 'Ik wou je zien.' Mompelde ik. 'Daar is het nog geen tijd voor zusje je moet terug.' Zei hij. 'Nee, het is mijn schuld. Laat me hier blijven bij jou.' Zei ik. 'Nee het kan niet. Er zijn mensen daar beneden die van je houden.' Zei hij. 'Maar van jou ook.' Zuchtte ik. 'Dat weet ik. Mijn tijd was gekomen. Die van jou nog niet. Doe het voor mij leef je leven.' Zei hij nog. 'Oké voor jou doe ik alles broer.' Zei ik en gaf hem een knuffel. Toen werd ik uit zijn armen weg gezogen naar achter. 'NEEE!' Schreeuwde ik maar het was te laat. En toen werd alles zwart.
Ik hoorde vage geluide om me heen. Shit waar was ik. Ik probeerde mijn ogen open te doen maar dat mislukte. Ik probeerde het nog eens en dit keer lukte het. Ik zag een man in een witte jas staan en een vrouw met een wit kleedje. Ik keek raar op. Ik wou iets zeggen maar er kwam alleen een vage piep uit. De man draaide zich om en ik keek angstig om me heen. 'Shht niet bang zijn ik ben dokter Scots.' Zei de man die blijkbaar Scots noemde. Ik keek hem nog altijd raar aan maar ontspande wat meer. 'W-waar ben ik?' Vroeg ik. 'Je bent in het ziekenhuis.' Zei de dokter. Ik knikte. 'En wat doe ik hier?' Vroeg ik dan maar. 'Je hebt proberen zelfmoord te plegen.' Zei de dokter. 'Uh, waarom dan wel?' Vroeg ik nog verbaasder. 'Dat weten we niet. Zo te zien lijd je aan geheugenverlies.' Zei hij. Ik keek hem raar aan. 'Je zult je later dingen terug herinneren wanneer je bekende dingen terug ziet.' Zei hij. Ik knikte maar stomverbaasd. 'Rust nu maar goed uit.' Zei hij. Ik knikte. Hij liep naar de gang en weg was hij, de vreemde vrouw stond er nog altijd. 'Ik ben Ela.' Zei ze. Ik knikte. 'Ik ben Amy.' Zei ik. 'Alle geluk weet je dat nog.' Zei ze lachend. Ik knikt. 'Mag ik eigenlijk uit het bed?' Vroeg ik. 'Ja hoor dan kan ik je door de gangen rijden met de rolstoel.' Zei ze. 'Waarom een rolstoel?' Vroeg ik. 'Gewoon rolstoelrace?' Vroeg ze lachend. 'Ja.' Zei ik lachend. Ze ging even door de deur en kwam terug met een zwarte rolstoel. Ik ging er in zitten. En weg waren we. Toen we terug op mijn kamer aankwamen was ik uitgeput. 'Ga maar slapen meid.' Zei ze en dekte me onder. En niet veel later viel ik in slaap..
Reageer (1)
oOuuuhhn! En tuurlijk wel
1 decennium geleden