Foto bij Chapter 15

De zon komt al op, als ik eindelijk bij het kamp aankom. Zo te zien staan er geen wachters. Wat dom, om eerlijk te zijn. Ik verstop Brego in de bosjes. ‘Oké, nu stil zijn, oké?’ zeg ik tegen hem, terwijl ik hem vastmaak. Ik sluip naar het kamp toe. Ik moet me ergens zien te verstoppen, van waaruit ik ze kan bespioneren. Ik besluit om in onder een kar te gaan liggen. Ik verstop me achter het wiel, en wacht. Al snel komen er mannen uit hun tenten gelopen. Ik kijk of ik Harim zie, maar ik zie hem nog niet. Een van de mannen gooit een pot zand over het na smeulende kampvuur heen. Waar blijft Harim nou? Er komen nog wat mannen uit hun tenten. Bingo, daar is Harim. Hij veegt de slaap uit zijn ogen. ‘Goedemorgen,’ zegt hij. De anderen mompelen wat terug. Volgens mij is Harim niet zo geliefd bij zijn collega’s. Hij gaat op een boomstam zitten, en rekt zich nog eens uit. Ik zie dat de meesten zoveel mogelijk bij hem uit de buurt blijven. Dan zie ik Gaspard uit zijn tent komen. Wacht eens even…Dat is dezelfde tent als die van Harim! Ze hebben in dezelfde tent geslapen. Ik krijg er een raar gevoel bij. Waarom slapen ze in dezelfde tent? Gaspard gaat naast Harim zitten, en slaat een arm om hem heen. Wat is hier aan de hand? ‘Goedemorgen, Harim. Lekker geslapen?’ Harim grinnikt. ‘Eerst kwam ik wat moeilijk in slaap, maar uiteindelijk is het me toch gelukt.’ Gaspard lacht. De andere mannen lachen ook, hetzij heel ongemakkelijk. Ik kan ze geen ongelijk geven. Ik zou ook niet weten hoe ik moest reageren. Dan doet Gaspard iets, wat ik nooit voor mogelijk had gehouden. Hij kust Harim, op zijn lippen! Wat is hier godverdomme toch aan de hand? Waarom kussen ze elkaar? Ik dacht dat Harim gek was op vrouwen. Nou, dus niet. Er lopen een paar mannen naar de kar toe waar ik onder lig. Oh nee! Ik heb er niet aan gedacht, dat ik ook nog terug naar Masyaf moest. Ik hoor dat ze er iets uitpakken. ‘Ik kan die nieuwe niet uitstaan,’ zegt eentje. ‘Wie, Harim?’ vraagt de andere. ‘Ja, hij. Hij is hele grote maatjes met de baas. Ze zijn een beetje te gek op elkaar, als je het mij vraagt.’ ‘Ja, dat klopt. En dan die arrogante houding. Ik heb gehoord dat hij een oude vriend heeft verteld dat hij nu tempelier is! En die oude vriend was een assassijn.’ ‘Wat?! Dat is verschrikkelijk. Weet Gaspard dit?’ ‘Nee, natuurlijk niet. Dat vertelt hij dan weer niet. Hij is zo…Ik vertrouw hem voor geen ene cent.’ ‘Ik ook niet. Maar maak je geen zorgen. Zulke types blijven niet lang. En Gaspard’s stemming kan heel snel omslaan.’ ‘Inderdaad. Ik vind het knap, als hij het een jaar volhoudt.’ De mannen grinniken, en lopen weer weg. Zo, dus Harim is een hielenlikker. En de andere tempeliers vinden hem niks. Dat kan in mijn voordeel werken. Aan de andere kant, is Gaspard helemaal gek op hem. Ik kan maar beter wachten, totdat Gaspard genoeg van hem heeft. Ik moet weg zien te komen. Ik draai me om. Ik kan via die tenten wegsluipen. Ik rol onder de kar vandaan, en ren naar de eerste tent toe. Ik kijk rond. Goed, niemand heeft me gezien. Ik ren naar de tweede tent. Dat ging ook goed. Nog maar 1 tent te gaan. Ik begin te rennen. Dan struikel ik over een boomwortel. Ik val op de grond. ‘Huh? Hoorden jullie dat?’ hoor ik Gaspard zeggen. Ik sta op, en strompel naar de volgende tent, zo snel als ik kan. Ik verstop me erachter. Au, mijn been. Volgens mij heb ik iets verrekt. Het is doodstil. ‘Mm, wat het ook was, het is er niet meer,’ hoor ik Gaspard zeggen. Gelukkig. Ik sta op, en strompel naar Brego toe. Voor ik het wel en goed doorheb, word ik vanachter vastgepakt. Ik probeer me los te rukken, wat me een schop in mijn maag oplevert. Ik val op de grond. Ik word weer omhoog getild. Ik voel een klap tegen mijn hoofd. Dan wordt alles zwart.
Langzaam word ik wakker. Eerst is alles nog wazig. Na een tijdje zie ik weer scherp. Ik zit tegen een paal aan. Ik wil opstaan, maar merk dat ik ben vastgebonden. ‘Hallo, Assassijn,’ hoor ik iemand zeggen. Gaspard komt aangelopen. Achter hem zie ik Harim. Ik slik even. Ik zit diep in de nesten. Niemand van de orde weet dat ik hier ben. ‘En, heb je een lekker dutje gedaan?’ vraagt Gaspard schamper. Ik probeer me los te rukken, maar het is zonder succes. ‘Laat me gaan!’ zeg ik. ‘Niet zo snel. Ik weet wat er gebeurt als ik jou laat gaan. Jij gaat je orde vertellen dat wij hier zitten.’ Dan realiseer ik me dat ik geen uniform heb aangetrokken. Ik ben in burger. ‘Welke orde? Waar heb je het in godsnaam over?’ Gaspard kijkt me verbaasd aan. ‘Je weet toch zeker wel waar ik het over heb, of niet?’ Ik schud mijn hoofd. ‘Nee. Ik was op weg naar Damascus. En toen zag ik jullie kamp liggen. En toen…’ ‘Niet zo snel. Wat moet jij nou weer in Damascus?’ vraagt Gaspard. ‘Gewoon, een nieuw bestaan opbouwen. Ik heb het gehad met het leven in Masyaf. Ik wil stadsburger worden, een handelaar. Ik had gehoord dat daar goede leermeesters zaten. Maar goed, ik zag jullie kamp liggen, en ik werd nieuwsgierig. Ik heb me verstopt, en gekeken hoe het nu allemaal in zijn werk ging. Ik ben altijd al nieuwsgierig geweest naar de gebruiken van de tempeliers. Ik moet toegeven dat het niet mijn beste zet was, om maar te zwijgen over mijn gebrek aan fatsoen.’ Ik zie dat ik heel overtuigend overkom. Gaspard kijkt Harim aan. Natuurlijk, hij heeft hem over mij verteld. Harim heeft een rood hoofd. ‘Hij liegt, Gaspard. Hij is aan het liegen. Hij is een assassijn.’ ‘Zie ik er zo uit?’ vraag ik hem. ‘Niet als je het aan mij vraagt,’ zegt Gaspard. ‘Dank je, iemand die het begrijpt,’ zeg ik tegen hem. ‘Wat is je naam?’ vraagt Harim. ‘Mijn naam? Mijn naam is Ibrahim Talal. Niet familie van de grote Talal, overigens.’ ‘Meester, hij liegt! Ik zweer het! Hij is een assassijn!’ Ik zie dat ik dit aan het winnen ben. ‘Je spreekt in raadsels,’ zeg ik tegen hem. ‘Hou op met liegen!’ schreeuwt Harim. Hij is overduidelijk in paniek. Ik kan zien waarom. Gaspard kijkt hem sceptisch aan. ‘Harim, maak hem los. Nu!’ Teleurgesteld maakt Harim mijn touwen los.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen