Carnavalsbal 11.
Hopelijk vinden jullie ons verhaal leuk, hier het 11de hoofdstuk.
Kijk ook eens bij onze andere verhalen, en gedichten.
reactiess??
xxx
Als we naar Lars’ huis lopen, knijpt Jules af en toe in mijn hand. Het is fijn dat hij merkt dat ik bezorgd ben. “Er zal heus niets aan de hand zijn. Ze hebben zich vast verslapen ofzo.” Zegt hij. Ik knik.
Als we bij zijn huis zijn aangekomen, bellen we aan maar er doet niemand open. We kijken door een raam, niets. Als we om het huis lopen zien we dat de achterdeur open is. We lopen naar binnen en roepen: “Hallo, os er iemand?” Maar we krijgen geen antwoord. Jules is hier gelukkig al eens geweest, en samen lopen we naar Lars’ slaapkamer. Niemand. Ook in de woonkamer, de keuken en de tuin is niemand. Als we het hele huis doorzocht hebben, proberen we Lars en Nina nog eens te bellen. Niets. Ik word nu echt bang, dadelijk zijn ze ontvoerd of zo iets. “Zullen we de weg lopen die zij gisteravond zijn gelopen?” vraagt Jules. “Oke,” zeg ik, en ik ben blij dat ik iets kan doen. We lopen het huis uit.
Als we pas net onderweg zijn, zie ik iets glinsteren in de struiken. Ik loop er naar toe en vis het uit de struiken. Dan pas zie ik wat het is: het is Nina’s ketting!
“Jules!” gil ik.
“Wat is er?”
“Nina’s ketting!”
Hij komt naar me toe gelopen. “Weet je het zeker?”
“Ja, hier zit as in van haar vader, ze zegt dat het haar geluk brengt.” De tranen springen in mijn ogen. Ik snik het uit. Jules slaat zijn armen om me heen en drukt me tegen zich aan. “Rustig maar, het komt wel goed, ik ben bij je, sssht.”
Er zijn nog geen reacties.