Foto bij hoofdstuk 7: Het verhaal van de gezusters Denali

soory dat het zo traag gaat. ik ben inspiratieloos! laat alsjulieblieft een reactie achter, en misschien wat inspiratie, dan kan ik verder!

02/02/2001. Het bos bij Denali.
Nadat ik klaar was met mijn prooi, stond ik op om te kijken waar de anderen waren.
Ik had niet door gehad dat ze weg waren gegaan. Waarschijnlijk waren ze naar een eigen prooi aan het zoeken.
Ik ging weer de boom in en keek weer rond. Ik zag niemand, maar ik hoorde wel iemand. Alice. Haar voetstappen klonken door het bos. Ze waren herkenbaar. Ik ging op het geluid af en niet veel later stond ik op een paar meter afstand van een Alice die aan het jagen was op een niets vermoedend edelhert.
Het was interessant om een ander te zien jagen. Ik wachtte rustig tot Alice klaar was en ging naar haar toe.
‘Was hij lekker?’ Vroeg ik aan haar.
‘Heerlijk,’ Zei Alice met een glimlach. ‘En die van jou?’
‘Die was prima.’ probeerde ik heel serieus te zeggen. Dat werkte niet, want tegen Alice kun je niet serieus blijven. ‘Waar zijn de anderen?’
‘Die zijn verderop aan het jagen. Emmett baalt er behoorlijk van dat jij de bergleeuw te pakken hebt gekregen.’ Alice moest lachen maar stopte daarmee toen ze mijn gezicht zag. ‘Je moet je niet schuldig voelen, hoor.’ Ze ging op haar knieën zitten, waardoor ze op dezelfde ooghoogte kwam als ik.
‘Emmett houd van spelletjes en een geintje. Hij kan echt wel tegen een stootje, oké?’
‘Oké’ Antwoorde ik en mijn lachje kwam al weer terug.
‘Kom’ Zei Alice. ‘We gaan naar de anderen.’
Ik klom op haar rug en we rende weg. Ik kon het spoor van de anderen goed ruiken. Iedereen had een eigen geur.
Na twee minuten stond Alice stil en ik wist waarom. Ze waren opgesplitst.
Emmett en Jasper waren naar links gegaan, maar Carlisle was naar rechts gegaan.
Ik sprong van Alice rug en lande soepel op de grond.
‘Als jij nu naar Emmett en Jasper gaat,’ Stelde ik voor. ‘dan ga ik naar Carlisle.’
‘Weet je dat zeker?’ Alice stem klonk een beetje bezorgd. ‘Je weet niet hoe ver Carlisle is gegaan.’
‘Ik wist ook niet hoe ver jij was gegaan. En jou heb ik ook gevonden.’
Alice zuchtte en lachte. ‘Goed dan. We zien jullie thuis wel.’
‘Oké’ Ik sprong de boom in en volgde Carlisle spoor.
Het duurde niet lang voor ik Carlisle hoorde.
Ik wachtte rustig tot Carlisle klaar was met zijn prooi, sprong uit de boom en lande soepel naast Carlisle op de grond.
‘Hé’ Zei Carlisle toen hij mij zag. ‘Wat doe jij hier? Ik dacht dat je al met Alice naar huis was gegaan.’
‘Nee nog niet.’ Ik liep naar een omgevallen boom en ging zitten. ‘We wouden samen vertrekken alleen waren jullie opgesplitst.’ Carlisle kwam naast me zitten. ‘Ik ben naar jou gaan zoeken en Alice naar Jasper en Emmett.’
‘Ja, Jasper en Emmett houden van wat wilder eten. Ik hou het liever wat rustiger. Ik zag dat jij ook wel van een uitdaging houd. Klopt dat?’
‘Ja, een beetje actie is wel leuk , ja.’
Carlisle moest zachtjes lachen en gaf een aai over mijn haar.
‘Ik denk dat jij het wel goed zult kunnen vinden met Emmett. Die houd ook wel van wat actie en uitdagingen.’
Ik glimlachte.
Het was een tijdje stil, tot er een vraag binnen schoot.
‘Bent u een dokter?’ Ik draaide me om op de boomstam zodat ik een voet aan de ene en een voet aan de andere kant van de stam had en keek Carlisle aan.
‘Zeg maar je hoor.’ Zei Carlisle. ‘Maar hoe kom je daarzo bij?’ Vroeg hij terwijl hij zijn bovenlichaam naar mij toe draaide.
‘Nou, je vind allemaal dingen aan en over mij interessant en Jasper zei dat je mij wel zou willen onderzoeken.’
‘Ja, ik ben inderdaad een dokter.’ En hij lachte een beetje terwijl hij weer het bos in keek. ‘Er zijn veel dingen anders aan jou, Renate, dingen die wij niet hebben of kunnen. Ik heb nog nooit iemand zoals jij gezien en als ik uit een dokters oog kijk, ben je een interessant meisje.’
‘Wat is er dan zo anders aan me?’
‘Jou lichaamstemperatuur is warmer dan die van ons. Je hebt een beter gehoor. Je kan wel minder snel rennen, maar je beweegt je wel heel soepel. Je groeit ook en dat doen wij al heel lang niet meer. Maar het opmerkelijkste van alles, zijn je ogen.’
‘Mijn ogen?’
‘Ja. De ogen van een vampier die pas een paar dagen oud is, zijn bloedrood. Onze ogen zijn veranderd van kleur omdat wij geen mensenbloed drinken. Jij drinkt ook dierenbloed maar toch zijn jou ogen blauw. Het is iets wonderbaarlijks.’
Carlisle had vast niet door hoe belangrijk zijn woorden voor mij waren, maar hij had een grote grijns op mijn gezicht getoverd.
‘Waarom reageerde Irina dan alsof ik een afschuwelijk monster was, als mijn ogen al niet normaal zijn.?’
‘Dat ligt niet aan jou.’ Het gezicht van Carlisle betrok. ‘Dat ligt aan het feit wat zij heeft, of eigenlijk wat zij hebben, meegemaakt.’
‘Meervoud?’
‘Ja, Irina, Kate en Tanya hebben heel lang geleden iets vreselijks meegemaakt wat nog steeds in hun hoofd zit.’
‘Maar ik ben pas twee jaar oud,. Hoe kan ik daar iets mee te maken hebben gehad?’
‘Het ligt niet aan jou.’ Herhaalde Carlisle. ‘Dit ligt aan een ander wezen. Een vampier.’
‘Ik begrijp het niet.’
‘Dit is een verhaal dat ik niet graag vertel.’
‘Mag ik het toch horen?’
Carlisle keek me aan en glimlachte lichtjes.
‘Vooruit, maar laten we even wachten tot de anderen er ook bij zijn.’ Carlisle keek door de bomen.
Ik had niet door gehad dat de anderen deze kant op rende en niet veel later stonden ze naast de boom.
‘Welk verhaal word er verteld?’ Vroeg Emmett terwijl hij aan de andere kant naast me kwam zitten.
Ik draaide mijn lichaam zo, dat ik weer met twee benen aan één kant zat.
Jasper ging aan de andere kant van Carlisle zitten, met Alice op de grond bij zijn voeten.
‘Hé kleine,’ Zei Emmett en ik keek hem aan. ‘Jij kan aardig jagen. Maar uh, ik liet je deze pakken. Dat was wel zo eerlijk.’
‘Tuurlijk, Emmett.’ Zei ik en ik rolde met mijn ogen.
‘Zeg als we gemeen gaan doen dan hang ik je zo ondersteboven in de boom.’ Emmett pakte me bij m’n middel, draaide me om zodat ik met mijn hoofd naar beneden hing en pakte mijn voeten vast.
‘Nee zet me neer!’ Gilde ik tussen het lachen door.
Emmett draaide me weer goed en zette me op zijn schoot neer met zijn armen als een klem om mijn buik.
‘Moet ik dat verhaal nog vertellen of niet.’ Zei Carlisle. ‘We kunnen nu ook gewoon terug gaan.’ En hij stond al op.
‘Nee, alsjeblieft vertel het verhaal.’ Smeekte ik.
Carlisle lachte en zakte weer terug op de stam.
‘Welk verhaal, Carlisle?’ Vroeg Alice.
‘Het verhaal over Irina, Kate en Tanya en hun trouw aan de wet.’ Begon Carlisle en zij gezicht stond, alsof hij een bevallende eekhoorn zag.
‘Het was lang voordat ik werd geboren, toen het gebeurde. Ik weet niet hoe ze heette maar Tanya, Kate en Irina hadden een schepster. Hun moeder.
Het was de tijd dat de plaag van de kindervampiers heerste. De vampiers de waren getransformeerd als ze nog maar een jaar of twee, drie waren. Als ze eenmaal vampier waren, zaten ze vast in hun kleutertijd. Ze luisterde naar niemand en stichtte overal aanslagen, vanwege hun dorst. Als hun dorst het hevigst was, konden ze wel een half dorp uit moorden.’
Ik maakte een verschrikt geluidje en Emmetts greep rond mijn buik was losser.
‘De kinderen waren prachtig.’ Ging Carlisle verder. ‘Iedereen hielt van ze en wou ze beschermen. De moeder van Tanya, Kate en Irina had ook z’n kind geschapen. Niemand wist waarom. De Volturi kwam daar natuurlijk achter en ging er achteraan.’
‘Volturi?’ Onderbrak ik Carlisle verhaal.
‘Een groep vampiers die de orde houden, de straffen geven en de baas zijn van de vampier wereld.’ Antwoorde Carlisle. ‘Met aan het hoofd: Aro, Marcus en Caius.’
‘Oooh.’ Zei ik als teken dat ik het begreep.
‘Ze kregen de moeder van Tanya, Kate en Irina te pakken en ging ook opzoek naar hen.’ Vervolgde Carlisle. ‘Aro heeft de gave, om met één aanraking al je gedachten te kunnen lezen.’ Zei hij tegen mij. ‘Daardoor wist hij dus dat Kate, Tanya en Irina er niets mee te maken hadden. Ze hadden het kind nog nooit gezien. Tot ze het zagen branden samen met hun moeder. De onschuld heeft hun wel gered van hetzelfde lot. Maar het laat wel een litteken achter.’
Carlisle was klaar met zijn verhaal en iedereen was stil. Nu begreep ik het. Nu begreep ik waarom Irina zo reageerde. Ze was nog voorzichtiger dan haar zussen zijn geweest.
Ik wilde het graag uitleggen aan Irina en er voor zorgen dat ze mij vertrouwd, zodat ze niet meer zo bang hoeft te zijn en dan ben ik ook mijn schuld gevoel kwijt.
Carlisle was de eerste die weer wat zei: ‘Zullen we maar weer terug gaan?’
We knikte. Emmett liet me los en ik klom op zijn rug. Ik was moe.
Na een paar minuten waren we alweer terug bij de blokhut. Alice nam me van Emmett over en bracht me naar binnen, de trap op naar de kamer van Tanya en mij, waar een groot bed voor mij klaar stond.
‘Welterusten, Renate.’ Fluisterde Alice en ze deed het licht uit.
Voor ze de deur uit was riep ik haar nog terug: ‘Alice?’
‘Ja?’
‘Denk je dat de Volturi ook achter mij aan komt?’
‘Dat denk ik niet, schat.’
‘Ik hoop het, hoeaaw, niet.’ Zei ik gapend
‘Hoezo niet?’ Vroeg Alice.
‘Dan gaan ze ook achter jullie aan.’
En mijn ogen vielen dicht.

Reageer (4)

  • Ashton5SOS

    I LOVE THIS!!!! (H)

    1 decennium geleden
  • Sonyara

    snel verder ben benieuwd,, het is een goed verhaal:P

    1 decennium geleden
  • Tyche_

    SNEL VERDER!!!

    1 decennium geleden
  • IHaveNoLife

    snel evrderrr

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen