Vlucht
Het bed verschoof waardoor Denises voeten weg glipten. Stenen schuurden over haar armen en langs haar wang. Ze bungelde daar, een paar meter boven de grond. Haar voeten krabbelden tegen de muur op hun grip te hervinden. Met een paar grote sprongen belannde ze op de grond.
Denise rende voor haar leven. Die man kon haar elk moment achter na komen. Of wat meneer de Bruin dan ook mocht zijn. Hij was niet veel goeds met haar van plan. Hij was op z'n minst een gestoorde crimineel. Wie anders ontvoerde er onschuldige minderjarige meisjes?
De wortels van de bomen probeerden haar onderuit te halen.
Plots kwam er een schaduw van de zijkant. Met een klap belande Denise op de grond. De vreemdeling lag op haar benen. Ze probeerde het figuur van haar af te werpen.
'Rustig, ik ben het maar'
De vreemdeling schoof haar pet omhoog. Romés vriendelijke gezicht toonde zich. Ze glimlachte met haar gebruikelijke lach.
Denise kon alleen maar staren. Ze had geen idee hoe haar vriendin hier beland was.
'Romé, wat doe jij hier?', vroeg Denise verbaasd.
Rome haalde haar schouders op. Ze keek omhoog terwijl zij de juiste verwoording bedacht.
'Jou redden', was Romé's antwoord.
Ondertussen waren de stemmen van het slot weer te horen. De meisjes keken elkaar aan. Zij moesten hier weg en snel. Vlug trokken ze elkaar omhoog. Romé en Denise renden zo hard ze konden. Alleen een andere kant op. Beide stopten even.
'Deze kant op, er is iemand die je wilt helpen!', schreeuwde Romé. Ze wenkte Denise bij zich. De twee vervolgden hun weg door het bos. Na een paar honderd meter voegde Falco zich bij het genootschap.
'Falco?', zei Denise buiten adem.
De jongen knikte. Hij was degene die al het zoekwerk had gedaan.
Na een kilometer of drie werd het rennen lopen. Een paar kilometer later namen ze een pauze om even bij te komen.
Romé voelde onmiddellijk dat er iets niet goed was. Alsof de bomen haar aanstaarden.
'We hadden er allang uit moeten zijn', klaagde zij wanhopig. Anders moest het bos gegroeid zijn. De heenweg was veel korter geweest.
'Ik ken dit bos', vertelde Denise; 'En als je eruit had willen komen hadden we mijn richting op moeten rennen. Dit gaat er alleen maar dieper in. Over vier tot zes kilometer is er een weg. Als we die volgen komen we vanzelf in de bebouwde kom'
'Welke kant is dat?', wilde Falco weten.
Denise wees tussen een eik en een den in. 'Oosten, beetje naar zuid, als ik me niet vergis'
'Wij kwamen vanuit het Noorden. Weet je zeker dat dat de goede richting is?'
'Absoluut. Toch stel ik voor om naar Noord Oost te gaan om jullie geliefde Amersfoort terug te vinden.'
'Zuid is goed. Hij verwacht waarschijnlijk alleen maar dat wij zo snel mogelijk terug willen'
'Daarom'
Het begon te regenen. Het gezelschap stond op om zo snel mogelijk terug in de bewoonde wereld te komen. Het liefst voordat de regen hen allen doorweekt maakte.
Reageer (1)
'Jou redden' >.< Geniaal Romé!
1 decennium geledenxx