Mijn naam is Anna.
Mijn naam is Anna, en ik zou er niet moeten zijn. Ik zou niet moeten bestaan.

Maar ik besta wel.
Het is niet mijn schuld dat ik er ben. Ik heb er niet om gevraagd geboren te worden. Maar dat verandert niets aan het feit dat ik er ben. Ze hebben me vroeg gevonden, en dat is een goed voorteken. Dat zegt mevrouw Pincent in ieder geval. Zij is de dame die Grange haal leidt. We noemen haar de Matrone van het huis. Grange Hall is mijn thuis. Het is het huis waar mensen worden opgevoed om Nuttig te zijn - het best mogelijke in een slechte situatie, zegt mevrouw Pincent.


Mijn leven is veranderd na de dag dat er een nieuwe jongen kwam. Ik begon me meer en meer te gedragen zoals hem, slecht dus. Hij had altijd een Eenzame Opsluiting. Na een tijdje was mevrouw Pincent het beu met hem. Ze heeft hem weggestuurt naar de gevangenis. Hij was ook Overtollig maar hij had hier geen leven meer. Waar was hij nu en wat deed hij nu? Mijn vragen zouden nooit beantwoord worden. Mijn leven zal na een tijd toch stoppen, mijn hart zal niet meer kloppen en mijn huid zal nooit meer warm worden. Ik zal het koud hebben geen ritmische ademhaling en geen vreugde meer uitstralen. Mijn leven is niets meer zonder die ene jongen. Het leven ging veel te traag voorbij. De dag dat ik stierf was ik aan het douchen. Zo gebeurde het allemaal:

'Anna, kom hier nu.' hoorde ik mevrouw Pincent roepen. 'Jah mevrouw.' had ik beleefd geantwoord. Ik was naar het bureau van mevrouw Pincent geslenterd. 'Als je je nu niet herpakt zal ik je ook naar de hemel laten gaan.' 'Wat bedoelt u?' 'Je moet verder met je leven zonder hem.' had ze geantwoord. Wat bedoelde ze naar de hemel? Zouden ze hem vermoord hebben? Nee dat kan niet, ze zouden dat nooit mogen doen! Mijn hart begon sneller te kloppen met de minuut. Het ging veel te snel naar mijn gedachten. Het moest stoppen maar hoe? Ik ging naar de badkamer en liet het bad vollopen. Met kleren en al ging ik in het bad liggen. Op de een of andere manier was het me toch gelukt om mezelf om het leven te brengen. Het deed deugd eindelijk was ik weer bij hem. Zonder mevrouw Pincent.
Sindsdien ben ik gelukkig, gelukkiger dan ik ooit ben geweest.


Fien zorgde voor de intro, Ik voor het verhaal.

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen