Een deel van een verhaal wat ik niet zo lang geleden geschreven heb.
Hope you like it (A)
_______________________________________________
‘Waar komt u vandaan?’
‘Marseille. Heel anders dan hier in Parijs. Ik mis de zon, soms, maar meestal is het vooral de zee die ik mis. Begrijp me niet verkeerd, Parijs is een prachtige stad.’
De man strijkt wat door zijn grijs geworden haren.
‘Nu tijd aan mij voorbij is gevlogen, bekijk ik dingen op een andere manier. Vroeger wou ik rijk zijn en veel voor deze wereld betekenen. Nu weet ik dat geld niet alles is en dat de wereld veel voor mij heeft betekend.’ Ik schrijf zijn wijze woorden op. Veel van zijn zinnen kan ik maar met moeite begrijpen. Niet vanwege mijn gebrekkige Frans, maar om mijn gebrekkige levenservaring die ik, gezien mijn leeftijd, onmogelijk in zoveel overvloede kan hebben als de man heeft tegenover mij.
‘Denkt u dat er veel verschillen zijn, tussen het Parijs van nu en dat van vroeger?’ Hij trekt zijn beide wenkbrauwen op en zucht dan eens diep.
‘Ja dat is ze zeker. Vroeger kwamen de mensen voor kunst, cultuur en liefde, stiekem hopend bekendheid te vinden voor dat wat ze zijn. Tegenwoordig draait alles om geld. De stad staat nu alleen nog maar bekend om zijn winkels en mode. Langzaamaan verkracht ze zichzelf door datgene wat ze nu nog is.’ Monsieur Faîze wendt zijn blik naar beneden. Even is het stil en nemen we beiden zijn woorden in ons op.
‘Waar gaat u nog naar toe, jongeman.’ Met weinig moeite legt hij nadruk op dat laatste.
‘Du Père-Lachaise.’
‘De begraafplaats?’ Monsieur Faîze kijkt wat vreemd, maar besteed er verder niet veel aandacht aan.
Ik sta op en schudt zijn grote handen. Nog even bedank ik hem voor het interview en open dan de deur. De straten rond het place du Tetre zijn verlaten. Nog enkele verdwaalde kunstenaars lopen over de kleine stenen, wachtend op de grote drukte van morgen wanneer alle toeristen naar het plein toegaan om hun gezichten te vereeuwigen in zelfportretten of karikaturen, die soms nog een beter beeld geven over de getekende persoon.

Ik besluit langs de basiliek op te gaan. de Sacré-Coeur ligt op de heuvel Montmarte en kijkt uit over een groot deel van het Parijse leven. Er zijn twee manieren om bij de basiliek te komen en instappend in de kabelbaan besef ik dat ik voor die optie heb gekozen. Er zijn niet veel mensen in de trein. Slechts een wat opgetutte vrouw en een monnik vullen samen met mij de wagon. De vrouw keurt mij geen blik waardig maar de monnik lacht vriendelijk.
‘Bonjour. Wat brengt u naar deze plek.’ De man komt bij me staan en vouwt zijn handen in elkaar.
‘Nieuwsgierigheid en hopelijk een mooi uitzicht als de mist wegtrekt.’ De wagon stopt en samen lopen we de kerk in. De man verteld wat over de geschiedenis van de Sacré-Coeur.
‘De kerk is gebouwd ter nagedachtenis aan de achtenvijftigduizend mensen die stierven tijdens de Frans-Duitse oorlog. De oorlog eindigde in een vrede, hoewel het Frankrijk slecht verliep.’
De interesse in de oorlog vond ik vreemd. In mijn ogen verafschuwt een monnik elke vorm van geweld. We stoppen bij een mozaïek van Jezus. Volgens de monnik zou dit het grootste mozaïek van Jezus zijn. Het mozaïek wekt weinig interesse in mij op. Het is groot, maar vrij eenvoudig. De kerk zelf is rijkelijk versierd met vele schilderijen, beeldhouwwerken en marmer. Bij de ingang van de crypte neem ik afscheid. Ik loop de kerk uit, terwijl de monnik zijn eerste trede van de trap zet.

Reageer (3)

  • XxDontSinkxX

    wow !!!

    kei mooi geschreven !!!:O

    echt waar !!! ;)

    super mooi :)

    x me

    1 decennium geleden
  • lotjjjjjjjXD

    mooi verhaal! egt vet(Y):O
    egt mooie zinnen ook in het eerste stukje(lol)

    1 decennium geleden
  • LustCaution

    wow serieus verhaal!!!
    maar wel goed geschreven!(lol)

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen