James.
Ga weg, alsjeblieft.” Het klinkt smekend en tegelijkertijd kwaad. Ik wil hem hier weg hebben.
Ik haat hem. Hij zet een stap in mijn richting en ik deins achteruit. Snel scan ik de ruimte
naar vluchtroutes en kom erachter dat ik de lul ben. Ik sta met mijn rug tegen de muur van 1
van de toiletten op school. Hij doet nog een stap in mijn richting en mijn hart begint zo
mogelijk nog harder te kloppen. Denk na, Iris. “Er hangen hier camera’s hoor.” Op hoop van
zegen kijk ik zoekend naar boven. Het enige wat ik zie is een bewegingsdetector. Echt,
camera’s in de wc’s? denk ik bij mezelf. “Oh ja joh?” vraagt James met een scheve grijns.
Dezelfde grijns waar ik een aantal jaar geleden verliefd op ben geworden.
Die gedachte zorgt ervoor dat ik kwaad word. Woede borrelt naar boven en ik adem scherp door mijn neus in. Ik vlieg op James af en heb mijn vuist al opgeheven als hij, natuurlijk, sneller is dan ik en mijn polsen stevig vast pakt. “Klootzak, laat me met rust!” Hij gooit me zo’n beetje tegen de
muur en klemt mijn handen met één hand boven mijn hoofd tegen de muur. De adrenaline
suist door mijn lichaam en ik probeer me hevig los te trekken uit zijn ijzeren greep. Hij kijkt
op een geamuseerde manier naar me waardoor ik nog bozer word. “Wat wil je van me, lul?!”
“Nou nou meisje toch, wat een taal. Zo heb ik je niet opgevoed. Waarom doe je nou zo?”
Arrogant kijk ik hem aan. “Dit kun je niet menen, waarom doe ik zo? Ben je vergeten wat je
me hebt geflikt?” Ik spuug de woorden zowat uit. “Er is 2 jaar voorbij en ineens sta je voor
mijn neus. Beveel je me doodleuk op mijn knieen te gaan en je te gehoorzamen. Midden in
school?!” Ik ben nu aan het schreeuwen, ik ben zo kwaad.
De afgelopen 2 jaar flitst
ondertussen in mijn achterhoofd voorbij en ik voel het verdriet en de pijn weer bijna net zo
hard als toen. De tranen staan in mijn ogen. Op het moment dat ik nog veel meer
scheldwoorden wil gaan schreeuwen, duwt hij zijn vrije hand over mijn mond. Mijn adem
stokt en ik kijk hem verschrikt aan. Hij kent al mijn zwakke plekken. Hij weet alles van mij,
letterlijk alles. Hij hoeft me met een bepaalde blik aan te kijken en ik doe alles voor hem. Ik
haat het, ik haat mezelf erom en ik haat hem. Ik had mezelf sterker verwacht na al die tijd.
Maar schijnbaar heb ik nog steeds een zwakke plek voor deze eikel. Met zijn duim aait hij
mijn wang zacht en ik voel hoe hij een traan van mijn wang probeert te vegen. Ik had zelf
niet eens in de gaten dat ik huilde. Waarom heeft hij nog steeds zo’n invloed op mij.
“Meisje, rustig.” Zijn kalme maar dwingende stem heeft bijna onmiddellijk invloed op mij. Ik merk dat
mijn ademhaling probeert samen te gaan met zijn op en neergaande borstkas. Hij merkt
deze verandering ook aan mij een laat heel langzaam en voorzichtig mijn polsen los. Terwijl
hij dat doet, trekt hij mij naar zich toe in een omhelzing. Ik adem diep in en ruik zijn voor mij
zo bekende geur. Allerlei emoties schieten door mij heen maar door zijn sterke armen laat ik
het los. Het is een sfeerverandering tussen ons die ik niet kan omschrijven.
Bij hem voel ik mij veilig en laat ik mij gaan. Ik laat alles aan hem over, zelfs voor mezelf denken kan ik niet meer goed. Het is een ontzettende prettige plek om te zijn. Bevrijdend, rustig en lekker. Ik
voel zijn vrije hand door mijn haren aaien. Ik voel me een klein meisje.
Er zijn nog geen reacties.