De wekker gaat en Alée slaat keihard op de bovenkant. Ze wilt niet naar school. Ze wilt niet nog een dag gepest worden, weer een heel jaar moeten strijden om normaal door te komen. Ze doet zo haar best, altijd al. Thuis, op school en op sport. Maar vandaag heeft ze een nieuwe eerste schooldag, een nieuwe eerste jaar. Ze gaat naar de derde en heeft een hele nieuwe klas, een hele nieuwe school zelfs. Niemand van vroeger! Niemand die haar zwakte kent. Ze staat op en loopt naar haar kast. Dan trekt ze een broek en een hemdje eruit. Ze heeft de kleren speciaal voor vandaag gekocht. Ze trekt ze aan en loopt dan de trap af. Honger heeft ze niet, dus ze doet meteen haar schoenen aan. Vans. Doodgewone, zwarte vans. En toch werd ze er vorig jaar mee gepest. Iedereen moest haar hebben, thuis had ze altijd ruzie met haar ouders en op school pestte iedereen haar.
"Alée, kom je. Je moet echt even wat eten." roept haar moeder vanuit de keuken.
"Nee mam, ik heb geen honger." reageert ze en ze pakt haar jas. Ze trekt hem aan en doet haar tas om. Dan rent ze naar buiten en pakt haar fiets. Snel fiets naar haar nieuwe school. Veel verder, maar ze hoeft niet langs haar oude school. Ze kijkt om zich heen en fietst dan gauw de weg over. Als ze op school is loopt ze naar het fietsenhok en zet ze haar fiets erin. Snel loopt ze met zelfverzekerde stappen de school binnen en meteen gaat ze naar de receptie. In het mailtje dat ze had gekregen stond dat ze zich daar eerst moest melden.
"Hallo, ik ben nieuw hier en in de mail stond dat ik me eerst moest melden." Zegt ze netjes. Haar ouders hebben haar altijd netjes opgevoed. Zonder op te kijken zegt de vrouw achter de balie:
"Hoe heet je?"
"Alée Stronger." zegt ze en de vrouw typt wat in op haar computer.
"Je moet naar lokaal 3390. Trap op, derde verdieping links, eerste lokaal." Zegt ze. De vrouw geeft haar een papiertje en ze stopt het in haar tas.
"Volgende keer eerder op school zijn." roept de vrouw haar nog achterna en ze knikt. Dan loopt ze naar de kapstok. Ze hangt haar jas op en loopt de trap op. Als ze op de derde verdieping aankomt loopt ze naar links en als ze voor lokaal 3390 staat haalt ze eerst diep adem. Snel kijkt ze door het raampje naast de deur, haalt haar hand door haar haar en klopt dan op de deur. De deur wordt een klein beetje open gedaan en er kijkt een man om het hoekje.
"Wat?" zegt hij.
"Ik ben Alée Stronger. Uw nieuwe leerling. Sorry dat ik te laat ben, maar ik moest me nog melden." zegt ze en de man knikt. Hij stapt opzij en stelt zich nog even voor.
"Anthon Maric, maar jij mag me meneer Maric noemen." Ze knikt en loopt naar binnen. Ze kijkt de klas rond en ziet dat iedereen met elkaar aan het klooien is. Een meisje zit alleen.
"Ga maar naast April zitten." zegt meneer Maric en Alée loopt naar het meisje toe. Gauw gaat ze er naast zitten en zet haar tas naast haar op de grond. Het meisje kijkt haar schuw aan en ze lacht.
"Alée." zegt ze en het meisje knikt.
"April." fluisterd ze. Alée knikt en schrikt een beetje van haar stem. Dan voelt ze iemand op haar schouder tikken. Ze draait zich om en ziet de meest mooie jongen ooit achter haar zitten.
"Hi," zegt ie en ze fluister hoi. Dan gaat hij verder, "Je bent nieuw, hé. Ik ben Lennard.' zegt hij.
"Ik ben Alée.' fluisterd ze. Hij knikt en gaat weer door met zijn vriend. Als het pauze is loopt hij naar haar toe.
"Zal ik je voorstellen aan een paar gasten? Je zal ze zeker weten cool vinden." zegt hij en ze knikt. Samen lopen ze naar buiten en daar staan een groepje mensen te praten en te roken. Lennard loopt naar ze toe, begroet ze een voor een en neemt dan een sigaret over van een van de jongens. Hij wenkt haar en zij loopt ook naar het groepje toe. Ze stelt zich voor aan iedereen en krijgt dan ook een peuk in haar hand geduwt.
"Alsje," hoort ze Lennard zeggen en als ze hem probeert terug te geven vraagt hij, "Je rookt toch wel." In zijn stem hoort ze dat het absoluut niet cool is als ze dat niet doet en ze knikt. Ze neemt een hijs en blaast het uit. Dan krijgt ze een flinke hoestbui.
"Je hoeft het niet voor mij te doen, hoor." zegt Lennard maar ze neemt weer een hijs. Na drie keer is ze het gewend en rustig rookt ze het kankerstokje verder op. Als de bel gaat loopt ze weer naar binnen. Ze volgt de rest van de lessen en de rest van de dag zit ze naar Laika, een meisje van het groepje die ook bij haar in de klas zit. Ze hebben mega veel lol en als ze aan het einde van de dag thuiskomt is ze zo blij dat ze zoveel vrienden heeft gemaakt. Meteen duikt ze haar bed in. De volgende dag op school staat ze weer bij haar vrienden en de dag daarna weer. Na twee dagen koopt ze zelf ook sigaretten en is ze verslaaft. Elke dag rookt ze een half pakje, nog niet eens zoveel. Haar ouders hebben nog steeds niks door. Als ze twee weken later weer op school is word ze bij de directeur geroepen. Ze heeft nog maar drie keer haar huiswerk gemaakt en heeft alleen nog maar zessen. Ze krijgt een waarschuwing en moet meer aan haar huiswerk doen. Ze kan hem maar net overhalen om niet haar ouders te roepen. Nog een week later heeft ze verkering met Lennard. Elke dag zijn ze bij elkaar en ze doet nog minder aan school. Na een paar maanden zegt Lennard tegen haar:
"Alée, ik heb iets wat je echt moet proberen." En hij geeft haar een spuit. Ze schrikt want ze is haar hele leven al bang voor naalden.
"Wat moet ik hiermee?" vraagt ze.
"Weet je dat niet?" vraagt hij, "Dat is heroïne. Voel je je echt beter van." Ze knikt en hij pakt haar arm. Dan tikt hij een paar keer op haar pols. Er komt een ader te voorschijn.
"Daar moet je die naald inzetten." zegt hij en ze knikt. Ze doet het zo snel mogelijk zodat ze er niks van voelt. Als het is in gewerkt voelt ze zich meteen een stuk beter. Al haar zorgen zijn weg. Die middag heeft ze een geweldige middag met Lennard. Ze raakt verslaafd aan de heroïne en ze gaat veel ergere dingen gebruiken. Ze koopt nooit meer nieuwe kleren omdat ze al haar kleedgeld uitbesteed aan drugs. Thuis heeft ze altijd ruzie en ze heeft ondertussen al drie piercings erbij. Lennard heeft de eerste gezet, in haar navel. De andere heeft ze zelf gedaan met een speld. Op een gegeven moment gaat het uit met Lennard en ze raakt depressief. Nooit zit ze meer bij het groepje en elke pauze gaat ze achteraf in de hoek van het plein zitten. Zomer en winter zit ze buiten en ze voelt geen temperatuur verschil. Haar ouders schrikken van haar en als haar broertje haar ziet barst hij altijd in huilen uit, vanwege de wallen onder haar ogen en hoe slecht ze eruit ziet. Op school beginnen ze haar weer te pesten vanwege haar uiterlijk en ze gaat alleen maar zwart dragen. Dag en nacht is ze wakker en loopt ze met gasten uit de achteraf wijken rond. Ze wordt gek van zichzelf en wilt het liefste dood zijn. Mensen roepen dingen naar haar als: "Slet!" "Hoer!" en "Verslaafde!" Ze schaamt zich dood. Ze gaat naar de winkel en koopt daar een Stanleymes om in haar zelf te snijden. Misschien dat ze dan de pijn vergeet. De eerste keer helpt het, de tweede keer helpt het en misschien de derde keer ook wel maar daarna voelt ze er niks meer van. Als haar ouders er achter komen dat ze snuift, spuit en rookt zal ze zeker weten dood zijn. Nog geen maand later zijn ze erachter en word ze uit huis gezet. Ze raakt depressief en neemt een dik touw uit de schuur. Ze loopt er mee naar de zolder en kijkt tussendoor nog een keer voor de laatste keer op haar kamer. Ze checkt nog een keer haar mail, twitter en sms'jes, maar er zitten alleen maar haatberichten in. Dan pakt ze een pen en papier. Ze loopt naar zolder en maakt daar het touw vast aan een van de oude planken die een beetje los hangt. Ze pakt het briefje en schrijft erop met zwierige letters: "Sorry voor mijn leven. Ik ga al." Dan spelt ze het briefje op aan haar shirt en ze zet een stoel onder het touw. Ze gaat op de stoel staan en bint het touw om haar nek. Dan schopt ze de stoel weg. Even doet het pijn, maar na een paar minuten voelt ze niks meer. Ze krijgt geen adem meer en dan is ze dood.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen