Ik stap uit mijn bed en doe het rolgordijn omhoog. Ik zie mensen lopen en iemand in een rolstoel. De wolken gaan voorbij alsof er net een mega grote storm is geweest, maar dat is niet zo. Met het gevoel van net wakker zijn ga ik achter de laptop zitten. Volgens mij slaapt mijn broer nog dit keer.
Ik laat mijn vingers dansen op het toetsenbord. Ik hou zoo van schrijven. Maar anderen ook. De kans is niet groot dat ik er uit kan springen, alleen door mijn schrijfkunsten. Zingen? Nee dat gaat me hier niet bij helpen. Ik ben net een makreeltje die net heeft gezwommen naar een onbekend gedeelte van de oceaan. Ik moet mijn weg zien te vinden tussen mega grote scholen van vissen.
En over vis gesproken, volgens mij eet ik dat vanavond...

Ik klap mijn laptop dicht en ga weer voor het raam staan. Met mijn ogen dicht. Dan kan ik niet naar buiten kijken, maar dan geeft het een energie door aan mij. Een positieve rustige sfeer vloeit dan in mijn lijf.
Maar als mijn vader binnenkomt is het weer anders. Nu ben ik met familie en niet alleen, dus werkt het niet. 'Hey pap.' zeg ik. 'Ik ben het, je moeder.' zegt mijn vader met een bromstem. 'Ga je zo je dag beginnen?' gaat hij verder 'Dan kan je vandaag ook nog iets doen.'
Ik zucht. Ik weet dat hij gelijk heeft, maar dan moet er wel rust om me heen zijn. Dus ik besluit om hem weg te sturen. 'Je hebt helemaal gelijk' begin ik 'en daar is ook geen twijfel aan. Maar dan moet ik eerst even tot rust kunnen komen en dat kan niet met jou.' Mijn vader lacht. 'Ik ben een te grappige vent?' vraagt hij. 'Ja hoor, als jij dat wil. Prima.'

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen