Nadenken over vroeger.
Pauze op de basisschool, in een half uurtje tijd de hele klas over de grond van het lachen.
''Hup leo, hup leo!'' klinkt het uit de verte.
Nieuwschierig als ik ben loop ik wat dichterbij om te kijken waarom iedereen zo lacht.
Een klasgenootje, met een stok tussen haar benen, huppelend over het schoolplein.
''Hup leo! alejandro komt eraan!''
Who the F*** is alejandro?
Die middag besluit ik met haar mee te gaan naar huis, gezellig bij een klasgenootje spelen.
''Laten we zorro spelen.''
''Zorro, zorro?''
''Ja dat speelde ik vanmiddag ook.''
Ze begint om de steunpalen van de schommel heen te hangen.
''Ik hou van je, Alejandro.''
Alejandro bleek zorro te zijn, en dat kleine meisje met haar grote fantasie ging zo op in haar spel dat ze mij niet meer zag staan.
Tot op de dag van vandaag kan ik er me er nog steeds om verwonderen dat dat ene meisje zo in haar fantasiespel op kon gaan, en vooral dat het haar niets kon schelen wat anderen ervan vonden.
Ze was volgens iedereen raar, en apart.
Maar deed zij niet juist wat iedereen zou willen?
Het juist iets kunnen doen zonder je zorgen te maken wat anderen ervan denken?
Toch bijzonder dat je, nu je ouder bent pas inziet dat juist dat ene meisje misschien wel op dat moment de meest onbezorgde jeugd had, puur omdat het haar niets kon schelen dat anderen haar raar vonden.
En is het niet vreemd dat we zelfs al op de basisschool andere mensen in hokjes plaatsen?
Er zijn nog geen reacties.