De laatste persoon die .
De laatste persoon die ...
- In je bed sliep :
- Jou zag huilen :
- Jij zag huilen :
- Jou aan het huilen maakte :
- Bij jou heeft gelogeerd:
- Je een drankje mee hebt gedeeld :
- Je mee naar de film bent geweest :
- Je mee hebt gewinkeld :
- Jou een deftig mailtje stuurde met iets nuttig in:
- Jij een e-mailtje hebt gestuurd :
- Gezegd heeft van je te houden :
- Heeft gezegd een hekel aan je te hebben :
- Jou opbelde :
- Je heeft ge-sms-t :
- Met je is gaan zwemmen :
- Je knuffelde :
- Je zoende :
- Je uit heeft gescholden :
- Je aan het lachen maakte :
- Met wie je hebt gegeten :
- Tegen je praatte op msn :
- Jou een cadeautje gaf :
- Je hebt geslagen :
Wie van je vrienden ...
- Lacht het gekst :
- Kan je het hardst om lachen :
- Krijgt de meeste kinderen :
- Ken je het langst:
- Ga je het meest mee om :
- Zal ooit acteur worden :
- Zal ooit model worden :
- Is het grappigst :
- Zou je je leven voor geven :
- Weten alles van je :
- Ga je met je problemen naar toe :
- Is het gestoord :
- Mis je het meest :
- Praat het meest :
Wie ...
- Is je nieuwe liefde :
- Wie haat je het meest :
- Wie mag je het meest :
- Is je beste vriend(in) van je leven :
- Wie zal nooit een vriend worden :
- is de meest leuke persoon die je dit jaar ontmoet hebt :
- Mis je in je leven :
- houd van jou :
Er zijn nog geen reacties.