Bericht succesvol aangepast!
  • Welcome to Riverside • 542 001 days without incident

    PraattopicRollentopic



    BACKSTORY

    Volledige backstory teruglezen? Check het Rollentopic! Om te voorkomen dat we steeds eerst langs een eeuwige beginpost moeten scrollen staat hier alleen de essentiële informatie.

    Enkele weken na het begin van het einde van de wereld heeft een kleine groep overlevers zich relatief veilig gesettled in een afgelegen deel van het Zwarte Woud (link), dichtbij Feldberg. Riverside is een multiculturele kolonie waar zes talen worden gesproken, maar waar Nederlands de voertaal is. Tegen alle verwachtingen in heeft de originele groep weinig problemen ondervonden sinds ze zich vijf jaar geleden hebben gesettled, en dankzij hun zelfvoorzienende samenleving bleven ze relatief onverstoord. De paar 'verlorenen' of 'zombies' die zich in de buurt van de kolonie waagden waren weinig uitdaging voor de bewapende bewoners. De overlevers die zich over de jaren hebben aangesloten brachten verhalen met zich mee over verloren steden en groepen overlevenden die al hun menselijkheid waren verloren.

    Omdat het kamp al snel is uitgegroeid tot een samenleving van 70+ personen, worden er ieder half jaar zeven vertegenwoordigers aangewezen. Deze vertegenwoordigers maken samen de Raad (of Council) en maken samen de belangrijkste bestuurlijke beslissingen voor de groep. De voertaal van deze bijeenkomsten is Nederlands.





    STORYLINE

    Ons verhaal start de ochtend naar de brand. De meeste bewoners hebben tot diep in de nacht gewerkt om de brand te blussen en te voorkomen dat deze overslaat naar de andere gebouwen. Niemand heeft meer dan een paar uur geslapen als de bellen die de Raad aankondigen door de lucht echoën. Het is een stralende lentedag, koud maar zonnig, maar het prachtige weer staat in schril contrast met de stemming in de gemeenschap. De brand is volledig uit en rookt niet meer, maar je merkt nog wel overal sporen: de scherpe geur van oude rook in de lucht, mensen die nog as op hun kleren of gezichten hebben, etc. De impact van de brand begint langzaam duidelijk te worden: vijf jaar aan hard werk is in één nacht in vlammen opgegaan. Het is het einde van de winter en onze voorraad is mager: als we zuinig aan doen hebben we misschien nog 3 tot 4 weken aan voedsel.

    Het is niet duidelijk waardoor de brand is ontstaan, maar er zijn geruchten over iemand die een schaarse sigaret heeft gerookt achter de voorraadschuur en deze nog smeulend op de grond heeft gegooid. Het stro, dat in de schuur op de grond ligt om de luchtvochtigheid rondom de zaden zo laag mogelijk te houden, ligt in grote balen opgeslagen onder een afdak achter de schuur en heeft waarschijnlijk vlamgevat. Doordat de lente dit jaar koud maar droog aanbrak stond de schuur razendsnel in lichterlaaie. Zelfs de alerte nachtwacht was al te laat; er was niets meer te redden.

    De gezichten zijn grauw als iedereen zich verzameld in het houten raadsgebouw. De rijen stoelen (met gangpaden in het midden en aan de zijkant) beginnen zich te vullen met onderling mompelende mensen. Sommige bewoners hebben stille tranen die over hun wangen rollen, anderen zijn boos. Aan het hoofd - recht tegenover de deur - staat een lange tafel met zeven stoelen voor alle raadsleden. De Raad begint als de meeste mensen binnen zijn.





    ROLLEN

    Raadsleden
    Benjamin Cervantes-Hererra - 43 - hij/hem - Zoya - ENG - 1.1
    Elliot Callahan - 31- hij/hem - Novalunosis- NL - 1.2
    Nakoma Tanya Sartre - 33 - zij/haar - Kobyla - NL - 1.4

    Bewoners
    Cordelia Geneve - 28 - zij/haar- Naoe - NL- 1.2
    Juniper Al'Kapur - 32 - zij/haar- Cecia - ENG - 1.1
    Viktor Kowalski - 35 - hij/hem - Yamato - NL - 1.2
    Jesse Hale - 35- hij/hem - Karlach - ENG - 1.4



    REGELS

    • De voertaal tegen Nederlandse karakters is Nederlands. Voor de rest ben je vrij om Nederlands of Engels te schrijven.
    • Aangezien de kolonie relatief groot is, is het inzetten van NPC's om een deel van je verhaal voort te zetten toegestaan. Hou het wel redelijk en hergebruik het liefst personages.
    • 16+ is toegestaan, gelieve wel boven je post vermelden.
    • Gebruik triggerwarnings.


    [ bericht aangepast op 16 april 2025 - 11:53 ]


    Mando -> Zoya



    Cordelia Geneve
    In this life we will never truly be apart,
    for we grew to the same beat of our mother's heart.

    ⇝      28      ⋅      Out in wild w/ Viktor      ⋅      Dusk      ⋅      ⇜





    De autorit was bijna ontspannen geweest voor Cordelia. Behalve een paar momenten waarop ze scherp rondkeek in het dorp, was het voor het eerst in lange tijd rustig geweest. De subtiele opmerkingen hier en daar van haar of Viktor’s kant lieten Cordelia zelfs tevreden glimlachen, wat gepaard ging met een paar plagerijen af en toe. En al die tijd pulseerde er een spanning tussen hen die Cordelia kon voelen met iedere ademhaling die ze maakte, elke slag van haar hartslag - met elke vezel bewust van de man naast haar.
          In een kort verzonken moment waarop Cordelia niet lette op wat er buiten op straat gebeurde terwijl ze luisterde naar Viktor’s ademhaling en het ronken van de motor die nog altijd tevreden klonk, schoot er iets uit het niets voor de auto door. Viktor reageerde direct. Woest trok hij aan het stuur en trapte vol op de rem. Zijn arm schoot voor haar uit en drukte haar stevig terug in de zetel. De auto slingerde van links naar rechts en Cordelia greep met één hand het handvat van het portier terwijl ze met de ander Viktors onderarm vast klemde tegen haar borstkas aan. Haar hart bonkte luid van schrik en rauwe adrenaline. Viktor was als een anker die haar op zijn plek hield ter voorkoming dat ze door de voorruit zou vliegen op een onbewaakt moment.
          Terwijl Cordelia haar kaken gespannen op elkaar klemde, haar blik met een glimp van paniek naar buiten gericht, hoorde ze de vloekende tirade uit Viktors mond komen. Wat aanvoelde als lange uren bleken uiteindelijk slechts een paar minuten te zijn waarin hij de auto weer onder controle kreeg en Cordelia was hem meer dan dankbaar voor dat. De motor pruttelde tegenstrijdig, maar ronkte al gauw weer tevreden toen hij terug op de vlakke weg reed.
          ”Wat was dat?” wist Cordelia onder een gejaagde ademhaling haast onhoorbaar uit te brengen. Nog een tikkeltje geschrokken van wat er zojuist gebeurd was. Het had niet veel gescheeld of ze hadden een botsing gemaakt. Haar donkere haren vielen stil langs haar gezicht, wilde plukken losgeraakt uit de lange vlecht die ze deze morgen had gemaakt.
          ”Alles onder controle,” bracht Viktor uit. “Alles oké?” En voor heel even was er niets anders dan hun snelle ademhalingen te horen. Cordelia klemde haar vingers nog rond zijn onderarm, liet pas los toen ze er zeker van was dat het weer veilig was en Viktor zijn arm langzaam terug bewoog. Heel even overwoog ze om zijn hand vast te pakken. In plaats daarvan veegde ze een lok haar uit haar gezicht – alsof die beweging alles verklaarde wat ze niet durfde te zeggen. “Alles oké,” herhaalde Cordelia zijn woorden terwijl ze langzaam ontspande en terugzakte in de autostoel. Haar grip op het handvat intussen ook verloren. “Alles is oké.”

    Het werd uiteindelijk het verlaten huis dat Cordelia eerder had opgemerkt, waar ze zouden overnachten. Viktor zei niets, maar zijn blik was genoeg: dit was veiliger dan een doodlopende straat of – zoals zij eerder nog had gesuggereerd – een kerktoren zonder nooduitgang.
          Viktor liet de auto langzaam en met een nog ronkende motor tot stilstand komen voor het grote huis. Cordelia blikte via het zijraam naar buiten, langs de afbladderende muren, naar de half openstaande voordeur en het donkere raam op de verdieping erboven. Het huis gaf ieder signaal af dat het volledig verlaten was, maar Cordelia wist wel beter. Haar geest stond het niet toe om terug te denken aan die ene keer dat ze in een valstrik was gestapt, of dat haar kleine zelfgemaakte kampje (weliswaar niet zo veilig als eerder bedacht) overvallen werd, maar haar lichaam herinnerde zich elke stap. Elke fout. Elk gevolg. Onbewust trok er een spanning door haar lijf die haar spieren op scherp zette.
          ”Als er iemand zit, ruimen we ze uit de weg. Geen discussie,” klonk Viktors stem met een rauwe schorrigheid die meer dan genoeg zei. Cordelia knikte, haar kaken gespannen. Pas toen Viktor zijn hand losjes op haar onderarm plaatste in een geruststellend gebaar lukte het haar om haar geest uit het verleden weg te jagen. “We maken het veilig.“
          Een zwakke glimlach tekende zich op Cordelia's gezicht, ze knikte instemmend. “Daar heb ik alle vertrouwen in.” Al gauw klikte ze haar gordel los, hees haar tas over haar schouder en opende het portier om uit de auto te kunnen stappen zodra Viktor de motor stil had gelegd. Ze controleerde het jachtmes op haar heupen, haalde hem vlug een keer in en uit de gesp die rond haar bovenbeen gebonden zat en sloot haar vingers stevig om het handvat van haar katana om haarzelf te verzekeren dat ze gauw kon handelen mochten ze in een hinderlaag belanden.
          ”Snel en stil,” was het laatste dat ze Viktor hoorde zeggen, alvorens ze het portier opende en uit de auto kroop.
          Buiten was het op hier en daar wat zacht geritsel na, het knisperende geluid van wat fijne zandkorrels onder schoenzolen, stil. Er klonken zelfs geen vreemde geluiden in de verte — schrapend en of slepen, gepaard met misselijke keelgeluiden. Cordelia wist te ontspannen op dat vlak, maar desondanks niet volledig. Ze volgde Viktor naar het huis toen, las de stille boodschap in de simpele knik dat hij haar gaf en klemde de katana opnieuw stevig tussen haar beide handen in terwijl ze na een kort signaal van Viktor het huis betrad.
          Het was er even stil als buiten. Compleet verlaten, of toch zo op het eerste oog. Cordelia keek rond en liet haar blik over ieder ding dat ze zag heen glijden. Een omgevallen bank, de onderkant opengescheurd. Een salontafel aan stukken geslagen met het voorwerp dat er doorheen was gegaan nog precies midden in. Enkele fotolijsten waren van de muur gevallen en lagen met kapot glaswerk op de grond. Kastjes stonden open van iedere meubelstuk dat een deur bezat en de geur die in ieder vertrek hing was oud en muffig te noemen. De stof die er hing was niet alleen te zien op de spullen, maar dwarrelde ook in de lucht nu het huis eindelijk weer eens gebruikt werd. Cordelia duwde met de neus van haar schoen een houten kistje open dat ergens in de woonkamer tegen het midden van de muur aan stond. De inhoud was leeg. Verrassend.. Cordelia had niet verwacht nog bruikbare spullen aan te treffen gezien de staat waarin de woning was achtergelaten en besloot de keuken voorbij te gaan toen Viktor naar boven wees.
          Hun eerste doel, naast het veiligstellen van de woning, was de zolder zien te bereiken. Pas dan durfde Cordelia te ontspannen en haar hamerende hart tot kalmte te manen. En pas dan kon ze echt op onderzoek uit gaan. Pas bij het zien van het zolderluik flitste er iets door haar ogen – een aarzelende vonk van hoop, te lang afwezig geweest. Het trok als een zenuwslopend gewicht door haar borst, toe te moeten kijken hoe Viktor de zolder op klom, niet wetende wat hem daar nog te wachten stond. De laatste tijd had Cordelia steeds vaker momenten dat ze hem het liefste terug trok en een ander dan maar voor liet gaan, of zelf eens de eerste stap wagen, maar Viktor was haar altijd net één stap voor. Te snel. Te scherp. Te belangrijk. Elke vezel in haar lijf wilde Viktor terugtrekken. Maar ze bleef waar ze was – met tegenzin, met vertrouwen, met moeite. Altijd een stap achter hem, altijd op scherp. Toen hij dan ook naar beneden toe fluisterde dat de zolder veilig was, golfde er zoveel meer dan enkel opluchting door haar heen.
          Moeiteloos klom Cordelia de trap op en kwam de stoffige geur haar al gauw tegemoet. De ruimte was groot en bevatte zeker de grootte van het hele huis, maar er stonden overal spullen. Dozen en kisten langs de zijkanten en onder schuine schotten. Een smal kastje met verschillende lades. Een oude koffer die eronder was gestoken. Het was duidelijk dat dit gedeelte van de zolder minder aandacht had gekregen tijdens de doorzoekingen dan het rest van het huis. Cordelia liep voorzichtig een keer rond. Er lag een dik matras onder het kleine raampje en toen ze er met haar hand op sloeg, kwam er een wolk stof vrij wat een korte hoest bij haar ontlokte.
          ”Niet bepaald het Hilton,” bracht Viktor uit. “maar het is droog, hoog, en we kunnen het verdedigen.”
          ”Dat is wat telt. Het is beter dan helemaal niets,” mompelde Cordelia terug terwijl ze een keer met haar schouders rolde om de spanning te verdrijven. “We maken er wel wat van.” Voorzichtig liet Cordelia haar rugzak van haar schouder glijden en plaatste ze haar katana op grijpafstand tegen de muur onder het smalle raam aan. “Blijf hier,” zei Viktor tussendoor, waarop ze hem met een vragende blik aankeek. “Probeer het hier alvast veilig te maken.” In het vlugge voorbij gaan raakte zijn vingertoppen haar onderarm aan. Een stille belofte. Hij ging weer naar beneden, maar zou terugkomen. Cordelia beet op haar onderlip en vocht voor luttele seconden met de instinctieve strijd om achter hem aan te gaan, en de wetenschap dat het goed kwam en ze hier de dingen op orde moest brengen.
          Lang bleef Cordelia dan ook niet stil staan. Ze trok het matras wat meer naar het midden van de kamer toe. Vervolgens pakte ze een paar zware dozen en plaatste deze net achter het scharnierpunt van het luik naar beneden, zodat ze deze over de scharnieren kon schuiven zodra Viktor terug boven was. Op deze manier kreeg niemand van beneden het luik gemakkelijk open. Daarna begaf Cordelia zich naar het raam en controleerde of deze open kon. Wanneer dit wel het geval bleek trok ze het raam met veel moeite op een klein kiertje, voldoende om frisse lucht binnen te laten, maar veel te smal om er überhaupt een hand door te kunnen steken. Ze rommelde vervolgens tussen wat andere spullen, op zoek naar dingen die ze kon gebruiken of bruikbaar waren voor terug in het kamp. Tussendoor blies ze wat stof weg, haalde spinnenragen aan de kant en onderdrukte een kreet toen er spin vlak voor haar voeten weg schoot.
          Cordelia ademde scherp uit en stootte een zwak lachje uit terwijl ze ongelovig met haar hoofd schudde. Ze leefde momenteel in een wereld waar de zielloze werkelijkheid waren, maar een achtpotige griezel wist ook nog altijd de stuipen te geven. Met haar hand veegde ze wat haren aan de kant, waar grijze slierten stof intussen doorheen geweven zaten en dook ze weer terug tussen een paar dozen.
          Cordelia vond uiteindelijk een paar oude lakens, zonder stof doordat ze in een van de lades uit het kastje zaten, en wat ze over het matras heen kon vouwen zodat zij en Viktor iets hadden om op te zitten. Ook vond ze wat kleding, waaronder hopelijk een passende blouse of shirt voor Viktor. Cordelia controleerde of er ergens nog ruimtes waren die naar buiten zouden leiden, welke ze anders moest blokkeren. Ze zocht tevergeefs nog naar nieuwe wapens en legde zichzelf er uiteindelijk bij neer dat zolder niets meer dan dat aan hen te bieden hadden.

    Toen Viktor minuten later weer terug naar boven kwam, blokkeerde hij het luik allereerst met een stuk hout dat hij meegenomen had. Cordelia schoof op haar beurt gelijk de dozen over de scharnierpunten heen en klopte haar handen af. “En?” vroeg Cordelia vervolgens terwijl haar blik onderzoekend over hem heen trok. Toen ze geen gekke dingen aantrof, keek ze Viktor terug aan.
          ”Eten voor vanavond,” reageerde hij op zijn beurt, waarna hij zijn vondsten op de grond liet zakken. Cordelia kwam naar hem toegelopen, zakte door haar hurken heen om de paar blikken te bekijken. “en een zaklamp, als het echt moet.” Een zwakke glimlach tekende zich op zijn gelaat. Cordelia weerspiegelde deze subtiel.
          ”Hij zal van pas komen, want behalve misschien een oude olielamp daar op de kast,” zei ze met een knik naar het kastje waarop de desbetreffende lamp stond. "Heb ik geen andere vorm van verlichting gevonden." Cordelia sloeg haar armen kortdurend over haar knieën terwijl ze naar Viktor keek. Ze bestudeerde zijn gezicht, hoe zijn lange haren langs zijn gezicht vielen en de dag van vandaag zijn gelaat wat getekend had. Ook zag ze de spanning in zijn schouders, een teken dat hij nog altijd op scherp stond. Hem zeggen dat hij zich wat moest ontspannen was nutteloos. Er zal altijd spanning blijven zolang ze hier buiten waren. Net als dat er nooit een vorm van complete rust gevonden kon worden. Die ruimte hadden ze simpelweg niet.
          “Er lag nog een oud matras, stoffig dat wel, maar met een laken overheen hebben we tenminste iets om op te zitten. Het raam staat een stukje open voor wat frisse lucht.” En voor geluiden van buiten. Geluiden die mogelijk een ongewenste bezoeker konden verraden, ook al zaten ze wellicht net iets te hoog om er direct op te kunnen reageren. “Ik heb iets voor je,” zei Cordelia toen. Soepel kwam ze overeind uit haar gehurkte toestand en liep ze achter Viktor langs om naar het matras te lopen, waarop ze het stapeltje gevonden kleding gedeponeerd had. Cordelia liet haar vingertoppen kort over Viktor zijn schouder glijden. De aanraking vederlicht, maar tegelijkertijd zoveel zeggend. Eenmaal bij het matras aangekomen, bukte Cordelia voorover en trok ze een shirt uit de stapel die ze uit stak naar Viktor toe.
          ”Ik heb werkelijk geen idee of je het überhaupt past, maar het is íets.” Met haar hoofd een klein stukje gekanteld keek Cordelia naar Viktor op en wiebelde ze de stof van het shirt een keer veelzeggend heen en weer. Een plagende gloed poelde lichtjes door haar ogen en trok miniem aan haar mondhoeken. “We moeten toch een keer stoppen met blijven kijken.” Een geamuseerde trek verscheen op haar gelaat terwijl Cordelia de herinnering van eerder vandaag naar boven haalde, waarin Viktor haar vertelde dat ze toch wel naar hem keek – wat het ook was dat hij wel of niet aan had. Het was tevens een poging om enige spanning te weren, al was het maar voor een kort moment.


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'


    ⫘⫘⫘⫘⫘⫘⫘⫘⫘⫘


    JESSE
    HALE


    ⫘⫘⫘⫘⫘⫘⫘⫘⫘⫘


    Even though Jesse was quite the social type, he was never one to meddle. He liked to keep to himself, looking things over from a distance. He did not want to be the obnoxious new guy, who knew nothing about nothing, and act all interesting. He longed for unity, but did not want to rush things. Rushing things was hardly ever rewarding.
    So he was glad all the more when he got dragged into the conversation by no other than Benjamin. He introduced him to Nakoma, a name that sounded all too familiar to Jesse. He had lost his teammate (that was how he described them, as a team) a while ago, resulting in them being on their own. For all Jesse knew, he thought she had perished. He was ecstatic to find out that she was, in fact, still here.
    To his surprise, she leaned into his embrace. In their former group, they never had been touchy-feely. Occasionally a compliment was shared, but it was never more than that. Jesse had felt their bond without openly sharing their love for each other, and that had been fine. It had worked for the both of them. But now, after presuming she had been dead for years, he could not contain himself. It felt great to see, and hold her again. "At last we meet again."
    There was another thing Jesse could not contain anymore, his curiosity. He asked his new group members about them finding their way to this sanctuary, the one they just left behind.
    Jesse listened to Nakoma her story attentively, before she was distracted by something. Jesse heard it, too, which immediately made him reach for his weapon. Usually, noise meant danger. His heart rate increased, and he followed Nakoma her lead. He hung back, though, it was never smart to scope out the source of a noise with multiple. He made sure he would be ready to cover her when needed, instead.
    Relief filled the air when they discovered it was just a deer. Not yet, he thought. He smiled sheepishly and wiped his brow, glad he did not have to come to action yet. He followed Nakoma her gaze, which lead to Benjamin. It was clear he was elsewhere in his mind. His hollow stare was almost haunting.
    Jesse had a tough demeanor, but had quite the caring personality. He was instantly worried about his new group member. Without thinking, he rested his hand on the man's shoulder, asking if he was alright. Benjamin returned the gesture by resting his hand on Jesse's, startling him. He knew Benjamin to be more expressive than himself, but for some reason he had not expected to share a moment. Their touch felt electric, and he wondered if Ben had felt it too.
    Unfortunately, there wasn't any time to find out, for Nakoma asked if Ben needed to rest. What left the man somewhat offended. His playful smile had returned, and he seemed to have returned to his senses. The man couldn't fool Jesse, though. He knew that look all too well. He recognized it from himself. It was an impossible task to find someone not truly traumatized in this world. It made him all the more curious for Ben his story. He hated to admit, but at the moment there was almost nothing he wanted more than to get to know the man beside him. There was something about him that attracted Jesse to him. As if he possessed some sort of magnetic field.
    Jesse enjoyed the little moment Ben and Nakoma shared. It was equal to a quarrel brothers and sisters have. Jesse was curious to see where their little competition would take them. He crossed his arms and hung back a little. He did not want to interrupt whatever this was between them. Jesse wandered into a world of his own, glancing at the other members of the group. Before he could realize what happened, Benjamin asked him about any embarrassing stories about Nakoma. Jesse grew to like this childish quality of him. Jesse snorted, shaking his head. "So, you like to play dirty? Duly noted."
    Jesse his gaze found Nakoma again, sending her a quick wink. "Honestly, I don't think I have any juicy tales for you. She's a great soldier and a trusty friend." Jesse said, wrapping his arm around Ben on his turn, resting his hand on his lower back. "She does snore, though,"


    How far is far