Het is inmiddels een uur of twee, ‘s nachts. Ik wilde eigenlijk naar bed gaan, maar toen ik een van mijn huisgenoten in de keuken betrapte terwijl hij zijn avondeten aan het koken was, wilde ik geen watje zijn en besloot ik op te blijven om nog een beetje werk af te maken en als ik dan toch bezig was, ook een column te fabriceren. Niet dat ik columns schrijven echt als werk zie, zeker niet als ik een onderwerp heb gevonden. Als ik een onderwerp heb, zet ik een muziekje aan en ga ik lekker typen, alleen nu is anders. Nu zit ik vol frustratie achter mijn toetsenbord (en word ik langzaam misselijk bij het idee dat mijn huisgenoot midden in de nacht nog lasagne gaat eten). Ik heb er een paar dagen nagedacht of ik dit wel zou plaatsen, aangezien ik niet alleen maar wil zeuren over mijn liefdesleven. But, here we go.

Na alles opgelost te hebben met mijn vriend en concrete plannen te hebben gemaakt om aan onze relatie te werken, heb ik de afgelopen dagen als een soort jong, verliefd schoolmeisje rondgehuppeld. Ik was oprecht gelukkig. Ik was blij dat ik een conflict in een relatie op had gelost zonder het uit te maken. Ik ben eigenlijk nog steeds blij met mijn vriend. Ik wel.
Ik kwam er dinsdag achter dat er mensen zijn die mijn vriend niet zo zien zitten. Niet om zijn karakter of omdat hij rare dingen doet, nee ze kennen hem niet eens. Mensen haten mijn vriend puur om het feit dat hij mijn vriend is.
Ik kwam er dinsdag achter dat ik de zoveelste ‘beste vriend’ had gevonden die eigenlijk op heel andere dingen uit was. Ik had me gevleid kunnen voelen, maar was eigenlijk maar één ding: ontzettend boos. Ik voelde me ergens als mens, als individuele persoonlijkheid niet serieus genomen. Niet alleen was ik boos op hem, maar ook op mijzelf. Er waren al wat mensen geweest die mij gewaarschuwd hadden dat de vriend in kwestie nogal van rokkenjagen hield, maar ik nam dat soort ‘waarschuwingen’ niet zo serieus aangezien hij een relatie had (heeft) en samenwoonde.
Ik voel me boven verraden. Ik heb ontzettend veel persoonlijke dingen gedeeld met deze jongen/man. Ik heb hem over mijn verleden verteld, over de problemen in mijn relaties en ik heb bij hem uit mogen huilen toen ik dacht dat ik mijn vriend voorgoed kwijt zou raken. Ook had hij uren tegen mij aan mogen lullen over zijn problemen in het leven: eenzaamheid, geld en een gebrek aan motivatie om een studie af te ronden. Kort gezegd: we praatten veel. Over dingen die niet goed gingen, maar ook vooral veel over dingen die wel goed gingen.
Deze vriend was iemand die ik tot dinsdag toe compleet vertrouwde. Iemand met wie ik dronken (niet onder de achttien, natuurlijk) kon worden om daarna urenlange gesprekken over niets te hebben. Iemand die op mij lette en iemand op wie ik lette.
Eigenlijk was hij iemand die veel moeite deed om te krijgen wat hij wilde: mij blijkbaar. Iemand die eigenlijk nog steeds veel moeite doet om iets voor elkaar te krijgen waar de andere partij geen zin in heeft. Ik houd van mijn vriend en ga geen domme dingen doen. Bovendien ben ik helemaal klaar met mijn ‘beste vriend’. Ik wil niet meer praten met iemand die alleen maar uit is op lichamelijk genot en los van al het andere: ik vind hem niet aantrekkelijk.
Sinds dinsdag voel ik mij ontzettend verward en begin ik mij af te vragen of mijn andere mannelijke vrienden net zulke eikels zijn. Ik begin mij af te vragen of ik ooit een normale, vriendschappelijke relatie kan opbouwen met iemand van het andere geslacht. Hopelijk wel, want ik wil eigenlijk nooit meer van iemand horen: ‘Oh, hij gaat alleen maar met je om omdat hij iets van je wil.’

Reacties (6)

  • Value

    Ik snap dit niet echt van wat je bedoeld..
    Maar ik snap wel dat jongens eikels zijn, natuurlijk niet allemaal, maar zeker meer als het gemiddelde.

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen