De strijd tegen emoties vs de strijd tegen emotieloosheid: het dilemma van professionaliteit.
Je kijkt een film, gezellig op de bank met alle snacks die je je maar kunt wensen. De muziek wordt druk, er wordt geschoten, een ontsnapping vindt plaats, een achtervolging volgt en het volgende moment zie je iemand in slowmotion dood neervallen. Je juicht, het is de slechterik en je geeft natuurlijk niks om de zak die het hoofdpersonage al de gehele film lastig valt. Daarnaast is het maar een film, de dood betekent niks in een film. Niks betekent iets in een film, hoe vreselijk het ook moge zijn. Maar wat als de dood en al die vreselijke dingen je in het echte leven ook niks meer schelen?
Dit is het exacte probleem van mijn opleiding. Ik studeer criminologie, ik wil later de rechercheur kant op en zal moeten leren om te gaan met dood en verderf. Het is iets dat er al vroeg ingestampt wordt. Je wordt geconfronteerd met bewakingsbeelden waarin iemand neergeschoten wordt en afbeeldingen van kleine kinderen die gestorven zijn aan kindermishandeling. Het is confronterend, net als de rest van het leven, maar ze proberen je er iets mee te leren. In de collegebanken bestaat wegkijken niet. In de collegebanken bestaat alleen toekijken.
En dus doe je wat iedereen in jouw plaats zou doen. Je leert de emoties te onderdrukken en alles omtrent de schokkende afbeeldingen te relativeren. Afstand is de sleutel tot het bewaren van je geestelijke gezondheid en professionaliteit. Een sleutel die vele malen dreigt om toch het sleutelgat in te springen en om te draaien.
De eerste, initiële shock is het enige wat ik tegenwoordig nog voel. Ik prent me in hoe serieus dit is, maar ik weiger om overstuur te raken. Ik weiger om teveel gevoelens toe te laten. Ik bouw een muur en laat de negatieve gevoelens uit me spoelen. Ik zeg niet dat het me niet meer uitmaakt, ik zorg er alleen voor dat het me niet meer raakt.
Er zijn maar enkele gevoelens die ik wel toelaat. De voornaamste daarvan is walging. Walging ten opzichte van de personen die dit een ander aan hebben gedaan. Daarnaast voel ik sympathie (ik zou het namelijk geen medelijden kunnen noemen), vooral tegenover de familie. Voor hen is het vreselijk, zij hebben afsluiting nodig en ik wil proberen ze dit te geven. De gevoelens van shock en verdriet laat ik echter achter me. Dat zou aan me vreten en me eerder achter houden dan vooruit duwen. Ik hang vast aan mijn gevoelens van rechtvaardigheid, hoe subjectief die ook moge zijn.
Nu zei ik eerder, en ik quote, ‘Maar wat als de dood en al die vreselijke dingen je in het echte leven ook niks meer schelen?’. Dat is te simpel gesteld, zoals misschien al wel duidelijk is geworden. Het is niet dat het me niet uitmaakt of niet meer scheelt, dat doet het wel degelijk. Ik focus me echter op andere gevoelens dan een ‘normale/gemiddelde’ burger zou doen, waardoor het lijkt alsof het me niet deert. Alsof ik een harteloos kreng ben, dat kickt op de mogelijke spanning en sensatie die mijn opleiding met zich meebrengt. Dit is niet waar. Net zo min als het waar is voor al die andere mensen die het werk doen waar ik me op aan het specialiseren ben en die van hetzelfde beschuldigd worden door de media. Het woord 'balans' lijkt soms aan dovemansoren besteed te zijn.
Er zijn mensen die het beangstigend vinden als ik ze zijdelings vertel dat ik mezelf er niet toe kan brengen om te geven om vermoordde kinderen en volwassenen. Zij begrijpen de betekenis achter die woorden niet en denken automatisch dat ik bedoel dat ik er ook daadwerkelijk niets om geef. Er geen enkele gevoelens aan vastknoop.
Ik word als ‘freak’ bestempeld, iemand waarbij je maar beter uit de buurt moet blijven. Niet door iedereen, maar door een vrij grote groep. En zelfs mijn vrienden lijken bang te zijn dat ik een deel word van de machine die wij het strafrechtelijk systeem noemen. Wat ze niet begrijpen, is dat ik een deel van mijn geestelijke gezondheid op geef om hen later te beschermen en families rust te kunnen geven. Ik doe dit niet omdat ik het leuk vind, ik sta niet te springen bij de gedachten aan het zien van weeral een kinderlijkje. Ik doe dit om ervoor te zorgen dat het geen ander persoon overkomt, dat de daders krijgen wat ze verdienen en families hun innerlijke rust weer kunnen vinden. Ik zorg er voor dat ik er niet teveel om geef, juist omdat ik er zoveel om geef.
Je leert het achter te laten, het je niet te laten raken. Je laat het in de collegebanken liggen om het daar tot stof te laten vergaan. Misschien is het fout, misschien is het immoreel, misschien is het angstaanjagend, maar soms is het het enige wat er voor zorgt dat je geestelijkheid niet de deur uit vliegt.
Reacties (13)
Dit is zo waar.
1 decennium geledenIkzelf zit er ook aan te denken die kant op te gaan, als tweede keuze, en snap echt helemaal wat je bedoeld...
Erg mooie column, ik vind het echt treffend geschreven!
1 decennium geledenIk heb heel veel respect voor mensen die zo professioneel zijn. Ik vind het niet harteloos of eng. Het is een kwestie van zelfbescherming om anderen te kunnen helpen. Petje af!
1 decennium geleden